Bieslog - BiesKortVerhaal
  Klik op de hut voor bezichtiging


  webcam in redactielokaal (werkt niet meer)

 Hoofdredacteur Wim de Bie leest alle reacties - redactie@bieslog.nl

Url = verwijzing naar andere site

beluister = hoorspel, reportage, geluidsact

Video = filmpjes

= bijlagen
De foto's zijn vergrootbaar tot de originele afmetingen.





BiesKortVerhaal



dinsdag 5 juli 2005 16:21  verstuur

Twee mannen onderweg


Het was vanochtend koud, donker en vochtig. De twee mannen die ik op het marktplein lopend passeerde, waren er niet op gekleed. Ze droegen zwarte, strakke broeken tot op de knie. Strak? Pantystrak. Wielrennersbroekjes waren het. Met duidelijke billen en delen.

Hun t-shirts, respectievelijk geel en paars, werden over de borst gekruist door de draagriemen van hun identieke grijze schoudertassen.

Ze trokken allebei een rechthoekig zwart vliegtuigkoffertje op wieltjes achter zich aan. Alleen handbagage. Ervaren reizigers.

De man in het geel droeg een rode cap met forse klep.
Op het hoofd van zijn paarse vriend torende een vrolijke, met een band om zijn kin gebonden puntige, veelkleurige SOMBRERO.

Ze liepen met haastige pas, de plassen regenwater ontwijkend, in de richting van het station en hun Schipholverbinding.

Thuis hadden ze zich al gekleed op een veertiendaags verblijf op de rand van het zwembad van een hotel in Marokko of Turkije.
Over drie uur zitten ze daar. Het is zonde tijd te verliezen met omkleden.





dinsdag 17 mei 2005 16:25  verstuur

De Boekhorststraat - vervolg -


- Graag kom ik terug op het gesprek dat we onlangs voerden over de Boekhorststraat, weet u nog?
- Ja, wat isterdan met de Boekhorsstraat?
- U vertelde over een in die straat gevestigde broekenwinkel die Het Broekenpaleis zou heten.
- Het Broekenpales in de Boekhorsstraat. Zeker.
- Nu hebben we uit betrouwbare bron vernomen dat er nooit een Broekenpaleis in de Boekhorststraat is geweest.
- Kreg nou wat! Zal ik niet wete van Het Broekenpales? Man! Daar koch ik al men broeke!
- Men zei mij: uw zegsman verwart twee winkels. In de Boekhorststraat was een zaak die televisietoestellen verkocht onder de naam Het Televisiepaleis en er was een herenmodezaak die de naam Het Broekenhuis voerde.
- Hè? Watzeggie nou? Het Televisiepales? Nooit van gehoord.
- En dat de winkelbedienden van Het Broekenhuis gekleed gingen als lakeien, wordt ook onwaarschijnlijk genoemd.
- Ja! Tuurlek! In Het Broekenhuis had je geen lakeje! Zou idioot zen - lakeje in een huis. Nee, daarom heette die zaak ook Het Broekenpalès. En dat Televisiepales van jouw, had dat dan ook lakeje als verkopers?
- Daar is niets van bekend.
- Nee, vin je het gek? Ach joh, schei toch uit. Toen ik men broeke in Het Broekenpales koch, toen had je nog helemaal geen televisie! Dus dat ken helemaal niet: een teeveepales.
- Naar verluidt bevindt Het Broekenhuis zich nog altijd in de Boekhorststraat.
- En het Televisiepales ook zeker nog?
- Nee, daar schijnt nu een seksshop in te zijn gevestigd.
- Zie je wel. Dat Televisiepales heb helemaal niet bestaan. En dat Het Broekenpales van vroeguh nu Het Broekenhuis heet, verbaas me niks. Alles wordt mindah. Een pales is nu een huis geworde. Logisch zat.
- Dus u blijft bij uw bewering dat er een Broekenpaleis in de Boekhorststraat is geweest?
- Ikke wel. Joh, ik heb toch zelluf meegemaak dat de lakeje over de grond krope as je een nieuwe broek aan het passe was. Zal ik zeker gedroomd hebbe. Hou nou toch op, man. Ze hoeve men niks over de Boekhorsstraat wes te make, hoor!





donderdag 12 mei 2005 15:53  verstuur

Een broek in de Boekhorststraat

Beeldvergroting: De Boekhorststraat (foto: www.htmfoto.net)
De Boekhorststraat (foto: www.htmfoto.net)

- De Boekhorsstraat dat was zo'n straat waar je egenluk nie kwam.
- Wat was er dan met de Boekhorststraat?
- Ja, daar hing iets van gevaar of zo. Je moes uitkekuh in de Boekhorsstraat, laan ik ut dan zo zegge.
- Was het een achterbuurtstraat, de Boekhorststraat?
- Dat ook nie. Maar je kon d'r beter niet zen as wel zen.
- Dus kwam jij nooit in de Boekhorststraat.
- Zelde. Alleen voor een nieuwe broek.
- Voor een broek, in de Boekhorststraat?
- Ja, had je een nieuwe broek nodig dan ging je naar de Boekhorsstraat.
- Niet voor een boek.
- Hè? O, je maak een gentje. Nee, voor een boek moes je niet in de Boekhors zen.
- Voor een broek wel.
- Nou! Want je had in de Boekhorsstraat had je het Broekenpales.
- Een winkel die het Broekenpaleis heette?
- Nou, het was wel een winkel maar zo groot as een pales.
- Is het echt waar, joh?
- Man! In men herinnering, hoor. Grote ingang met pilari. En vef verdiepinge vol met broeke. Met echte lakeje die je hiellupe.
- De broekenverkopers waren lakeien?
- Met van die livreje an, met van die gouwe tresse. En dan was ut van: 'Nou, dat is een mooi broekkie dat meneer daar anheb. Dat zit meneer as gegote!' As knipmesse stonden die broeklakeje dan te buigi.
- Dus: de Boekhorststraat had een slechte reputatie, maar toch was daar dat sjieke broekenpaleis.
- As je een broek nodig had ging'ie schichtag de Boekhorsstraat in, gauw bij het Broekenpales naar binne en as je een nieuwe broek had gekoch gingie d'r as een haas weer vandoor. As je de Boekhorsstraat maar uit was.
- Maar waarom zo haastig dan?
- Omdat 'r alted slech volluk rond het Broekenpales rondhing. Kwam jij naar buite met een nieuwe broek in zo'n sjieke tas van het Broekenpales, nou, dan kon je de klok d'rop gelek zette dat je'm zo kwet was, je nieuwe broek.
- Zo! Het was dus heel spannend, een nieuwe broek kopen in de Boekhorststraat.
- Joh, ik zal je vertelle. Ik had 's een keer een nieuwe broek gekoch in 't Broekenpales en ik zei tegen die broekenlakei: doet ?m maar niet in zo'n sjieke tas, da's gevaarlik, ik hou de nieuwe broek wel an. Nou okee, zogezeg zogedaan. Kom ik buite, wor ik opgewach door een stel gaste en die hadde goed in de smieze dat ik de nieuwe broek had angehouwe. Nou joh, ik lopi! Kehard! Kom ik thuis, wat bleek? Had ik m'n nieuwe broek helemaal ondergeschete. Ech waar!
- Hè, bah!
- Zo gevaarlik was 't as je een broek ging kope in de Boekhorsstraat.





maandag 9 mei 2005 16:32  verstuur

Seks zonder


'Viele Männer werden es mit Freuden höen, manche Frauen wenig überrascht sein: Allein das Lesen von Begriffen wie Bier, Sekt oder Schnaps kann die männliche Lust auf Sex steigern, wie Psychologen jetzt herausgefunden haben.'
(Uit: Der Spiegel, via taalpost.nl)

- Zal ik je iets raars vertellen? Sorry, het gaat over seks...
- O jee, gaan we op de machotoer? Verhalen over wat we het weekend allemaal hebben uitgevroten?
- Nee, joh, weet ik wel, bij dat soort mannen horen we niet. Houden we niet van. Maar het is wel raar.
- Nou, kom op dan, wat is er gebeurd?
- Ik heb seks gehad, ZONDER ALCOHOL!
- Kerel, wat vertel je me nou? Met Moniek?
- Eerlijk waar. Hadden we nooit gedaan. En het lukte nog ook!
- Je meent het. Ik wist helemaal niet dat het bestond: seks zonder alcohol.
- Ik ook niet. We hadden altijd een fikse slok op als het ervan kwam. Zoveel, dat we de volgende ochtend nauwelijks nog wisten wat er allemaal was gebeurd.
- Ik kan me niet herinneren het ooit zonder te hebben gedaan. De eerste keer al. Na een klassenavond in de derde, ik had een zakflacon rum meegesmokkeld. Nou en daar werd Elselien toch dronken van! Dronken als boter! Ha ha ha. O, sorry.
- Geen stoerdoenerij, maar als ik het lijstje vrouwen naga met wie ik... Nee, er kwam altijd veel alcohol bij te pas.
- Ik kan het me zonder bijna niet voorstellen. Hoe begin je dan? Handje pakken? Knietje wrijven? Met een nuchtere kop?
- In ons geval kwam het, omdat zaterdagavond de drank helemaal op was. Moniek wou dat ik naar een avondwinkel ging, maar daar had ik geen zin in. Maar wel zin om...
- Hoe kan de drank nou op zaterdagavond op zijn?
- Omdat we de hele boel 's middags met Anton en Inez hadden leeggemaakt.
- 's Middags... Ja, ja. Dat verklaart het een en ander. Nee, nou begrijp ik het beter.





woensdag 20 april 2005 17:06  verstuur

Vol op de bek zoenen
na afloop van de receptie


- Wie was die vrouw die jij vol op de bek zoende?
- Hè? Wie bedoel je?
- We zijn amper binnen, er komt een vrouw op je af en die zoen jij vol op de bek.
- Ik weet absoluut niet wie je bedoelt.
- Nou, zeg. Kom nou. Die vrouw in dat veel te rode hesje. Pam! Vol op de bek. Zo heb je mij in geen tijden gezoend, hoor. Wie was dat, als ik vragen mag?
- O, ja, ik weet wie je bedoelt. Nee, ìk zoende haar niet vol op de bek, zij mij! En ik kende haar niet eens.
- Vol op de bek zoenen en je kent haar niet.
- Volgens mij was het de zuster van de moeder van de bruid. Zoiets. Enfin, ik wil me aan haar voorstellen, ik steek mijn hand uit en zij zoent me ineens vol op de bek. Nog voor ik m'n naam had kunnen zeggen.
- Maak dat de kat wijs, wil je? Ik zag het toch, hoe je haar vol op de bek zoende! Het viel me nog mee dat je je tong niet in haar mond stak en...
- Asjeblieft! Wil je ophouden! Het is gewoon een nieuwe trend kwa begroeting. De mensen kussen niet meer drie keer op de wang - links, rechts, links - maar ze zoenen mekaar meteen vol op de bek.
- O, dus dat doe je vaker: vreemde vrouwen vol op de bek zoenen.
- Ik doe niks vaker. Maar als ik een vrouw wil begroeten, gewoon met een paar luchtzoenen, dan krijg ik de kans niet. Ze drukken meteen hun mond op de mijne. Kan ìk het helpen.
- Weet je wat je doet? Je gaat voortaan maar alleen naar dat soort bijeenkomsten. Kan je lekker alle vrouwen aflebberen. Maar weet één ding: als je ooit een klacht en een proces aan je kont krijgt, ben ik mooi weg. Heel ver weg.
- Nee, de vrouw die mij nog eens ongevraagd vol op de bek zoent krijgt een klacht aan haar kont!
- Ja ja en nou zeker nog even de macho uithangen. Ach, joh, ik zag het toch: dat op de bek zoenen bevalt jou prima!





maandag 11 april 2005 09:08  verstuur

In de concertzaal


In de stampvolle concertzaal vibreerde een volmaakte stilte.
Het spel van de meesterpianist was soms zo zacht en intens, dat het die stilte accentueerde.
Na verloop van enige tijd ging ik meer op de stilte dan op de muziek letten.
De stilte was on-Nederlands diep - geen kuchje, geen humpje, geen ademtocht werd gehoord.

Stel je toch eens het rampzalige moment voor dat iemand uit het publiek deze geconcentreerde stilte zou openscheuren. Iemand die een hoestaanval zou krijgen. Of iemand die ernstig onwel werd en door het gangpad naar de uitgang moest strompelen.

Als ik het maar niet was - vijftienhonderd hoofden die zich in afgrijzen in jouw richting zouden buigen...

Ik wist zeker dat ik mijn mobiele telefoon had uitgezet.
Ja, wist ik het zeker?
Twee keer gecontroleerd, stelde ik mezelf gerust, waarna ik me weer aan de stilte en de muziek overgaf.

Parkeergeld!
Ik had thuis handenvol munten verzameld, want de parkeerautomaten in de buurt van de concertzaal gedroegen zich als onverzadigbare geldeters.
Maar ik had nog een paar munten over. Die zaten in mijn rechterbroekzak en als ik mijn been strekte, zouden de munten wel eens uit de broekzak met een rampzalig gekletter op de houten vloer kunnen vallen.

Ik legde mijn hand op mijn bovenbeen en hield de munten door de stof van mijn broek heen onder controle.
Toch besloot ik - ter geruststelling - ze naar een betrouwbaarder bewaarplaats over te brengen.
In de korte ontspanning tussen een prélude en een fuga, deed ik een greep in mijn rechterbroekzak en bracht de handvol munten in een snelle beweging naar de linkerbinnenzak van mijn colbert. De pianist zette een ragfijn thema in.

Toen ik mijn vuist opende, vielen de meeste munten in mijn binnenzak.
Een 1-euromunt en twee 2-eurojoekels verkozen de vrijheid.





donderdag 24 maart 2005 12:51  verstuur

Nietwijsonderwijs


Op de Nietwijsscholen worden kinderen nog vrijer gelaten dan in het Iederwijsonderwijs - er zijn geen docenten, er is geen studiemateriaal, er zijn geen lokalen, er is zelfs geen gebouw.

'In feite zijn er ook geen 'leerlingen', om dat belachelijke, achterhaalde woord nog maar 's te gebruiken', zegt Grachje van der Bom - Veelenbaas, de grote voorvechtster van de Nietwijsmethode.

'Ik heb een jaar op een Iederwijsschool gewerkt, daar heerste veel vrijheid, maar je had altijd nog te maken met kinderen, die je soms hinderlijk voor de voeten liepen. En dan het geluid! Kinderen maken een hels kabaal! En het is nu heerlijk rustig aan mijn hoofd. Ook van het gezeur van die vervelende ouders ben ik eindelijk verlost.'

- De Iederwijsscholen liggen onder vuur, de onderwijsinspectie gaat stevig controleren, hangt het Nietwijsonderwijs eenzelfde kritische benadering boven het hoofd?

'O, men komt maar. Ik heb niets te verbergen. Als een inspecteur mij komt vragen naar mijn Nietwijsschool zeg ik: 'School... school? Ik heb geen idee wat u bedoelt. Van mij mag u gaan zoeken, maar ik geef u weinig kans, want ik weet zelf niet waar men uithangt.'

- Sluit het Nietwijsonderwijs wel aan bij de eisen die de maatschappij later aan de leerl... pardon, de kinderen stelt?

'Dat niemand weet wie wat waar of hoe is en dat iedereen het maar voor zichzelf moet uitzoeken? De Nietwijsmethode lijkt mij de enige relevante voorbereiding op de maatschappij.'





donderdag 17 maart 2005 13:57  verstuur

De showbink
Notities in het zwembad


Donderdagochtend halfelf - de beste tijd om te gaan zwemmen. Het is de hele ochtend 'zwemsoos', er is geen luidruchtig schoolzwemmen, dus ruim baan, de aquagymnastiek is net afgelopen en er zwemmen uitsluitend nog een paar oudere dames.

Het is als oudere heer goed zwemmen tussen oudere dames. Je moet alleen opletten als drie, of zelfs wel vier dames al pratend op één lijn zwemmen - dat eist goede stuurmanskunst.

Met zijn opkomst trekt hij al meteen ons aller aandacht.
Hij is begin dertig en slank, geen bodybuilder, maar strak 'afgetraind'.
Hij begeeft zich niet meteen te water, maar loopt een compleet rondje op de rand van het bad, terwijl hij een gele tennisbal stuitert en vangt. In zijn linkerhand draagt hij een snorkel met luchtpijpje.

Dan werpt hij de bal met een boog in het water, gaat zitten, bevochtigt op professionele manier de snorkel, plaatst het pijpje zorgvuldig in de rubberen hoofdband en rolt achterover het water in.

Als ik na een baantje terugkom, is hij in dezelfde hoek van het bad onduidelijk bezig - het pijpje steekt boven het water uit en hij blijft turend op z'n plaats, alsof hij op die plek een school zeldzame tropische vissen bestudeert.
Af en toe plopt uit het pijpje een prop water de lucht in, die bijna de twee meter haalt.

Ik trek weer een baantje en vind hem ondersteboven hangend aan de lage springplank terug. Hij laat zich in het water vallen, grijpt de plank met beide handen door hoog uit het water te rijzen, trekt zijn benen door zijn armen op, plaatst zijn hielen op de plank, laat zijn handen los, waardoor zijn bovenlichaam en hoofd onder water verdwijnen.
Aan je hielen hangen... het kan hooguit twee seconden duren. Maar hij blijft het proberen. Hij kijkt er ernstig bij, alsof hij keihard aan het trainen is en hielhangen een officiële Olympische sport is.
Ik zie dat de meeste dames nu glimlachend, of met bewondering in zijn richting kijken.

Bij terugkomst van mijn volgende baan moet ik hem even zoeken.
Hij staat roerloos en kaarsrecht met wijd gespreide armen in de krachtig kletterende waterstroom, die wordt uitgestoten door een op de kant opgesteld rood plastic kanon. De waterval spat op zijn rechte schouders uiteen. Hij lijkt zelf zeer tevreden met deze pose, want hij blijft lang zo staan, alsof hij alle oude dames in het zwembad zijn zegen geeft.

Ik trek weer een baantje.
Nu staat hij aan de kant met een oude dame te praten, waarbij hij voortdurend charmant lacht en een gaaf, zeer wit gebit ontbloot.
Ik drijf zonder te kijken, maar met open oren, in hun richting. En ik hoor hem zeggen:
'...een muur van wel veertig meter hoogte! Met m'n blote handen! Ja, dan ben je ergens niet goed wijs, vindt u niet?'
De oude dame zegt: 'Tjonge, jonge, het is me wat!' Waarna ze zich zo hard als ze zwemmen kan uit de voeten maakt.

Ik besluit ermee te stoppen, ik heb mijn gezondheidsplicht gedaan. Nagenoeg alle oude dames hebben het bad verlaten.
Ik werp een laatste blik op de showbink.
Uit het wateroppervlak steken twee benen die op de bassinrand rusten, de rest van zijn lichaam is onder. Uit het pijpje knalt een waterkogel, die tot zeker drie meter hoogte reikt.





vrijdag 18 februari 2005 16:24  verstuur

Vrijdagmiddag op het perron
zeer sentimentele notitie


De man met het beginnende grijze haar, gekleed in lange donkere jas, spijkerbroek en zwarte, halfhoge schoenen zal een jaar of vijftig zijn.

Als de trein is gestopt en tientallen passagiers uitstappen, kijkt hij zoekend naar links en naar rechts. Dan ziet hij haar en wuift met groot gebaar.

De oude vrouw, gekleed in kleurig windjack, loopt met stevige pas op hem af. In de ene hand draagt ze een witte plastic zak en in de andere een donkerblauwe weekendtas.

Als hun hoofden elkaar tot dichtbij zijn genaderd, zie je hoe hun profielen op elkaar lijken.

Ze zoenen elkaar eenmaal links, eenmaal rechts.
'Hoi. Mooi op tijd, hè', zegt hij.
Hij pakt de weekendtas van haar over en gearmd lopen ze over het perron naar de uitgang.

Ik kijk hen lang na. En ik wist niet dat die twee emoties samengaan:
ik krijg tranen in m'n ogen van gemis en ik ben tegelijk hevig jaloers.





donderdag 27 januari 2005 23:10  verstuur

Notities in het zwembad (1)


Hij zwom heen en ik zwom terug in dezelfde baan. Bijna kwamen we in botsing omdat hij op zijn rug zwom en mij niet kon zien aankomen en ik zag hem over het hoofd, omdat hij zo diep in het water lag.

Ik ging aan de kant en liet hem passeren. Dat duurde even, want hij zwom uitzonderlijk langzaam. Je zou haast verwachten dat het hoofd tussen twee slagen door onder water zou verdwijnen. Maar het bleef drijven. Je zag in feite alleen de spitse kin en een stukje neus.

Ik schatte de rugzwemmer op een jaar of negentig. Niet alleen omdat hij zo traag voorbijkwam, maar vooral door zijn kleine handen die een voor een uit het water rezen en hulpeloze slaagjes maakten ter weerszijde van de kin. 'Help!', drukten de gekromde handen uit.
Zo steken handen uit het water van een zwemmer in nood, vlak voor het moment waarop hij voor altijd weg zal zinken.

Wat goed dat zo'n stokoude man niet opgeeft en blijft bewegen!

Toen ik op de terugweg was van mijn volgende baantje, kwam ik hem weer tegen en ik ging opnieuw aan de kant om hem doorgang te verschaffen.

Pal voor me stopte de zwemmer ineens. Het water kwam in beroering en het gehele hoofd dook op. De zwemmer kwam in twee slagen naar de kant en zocht naast me steun aan de richel in de muur.

Ik was verbijsterd, want ik moest op slag mijn inschatting bijstellen en vijftig jaar van zijn leeftijd aftrekken. Een jaar of veertig was hij ineens geworden.
'Hè, hè', proestte hij, waarbij hij het water uit zijn ogen wreef.
'Is me dat even gezond', hijgde hij vervolgens in mijn richting.
'Nou!', kon ik alleen maar uitbrengen.





donderdag 27 januari 2005 23:09  verstuur

Notities in het zwembad (2)


Op de binnenkant van de deur van mijn uitkleedhokje stond met rode stift geschreven:

Kut Nederland

Op de binnenkant van de deur van mijn aankleedhokje stond met blauwe stift geschreven:

fuk jou





donderdag 13 januari 2005 20:46  verstuur

Zullen we afspreken in de stad?
Notities in het Grand Café


Hij zit al geruime tijd alleen aan een tafeltje, als zij binnenkomt. Ik neem net een slok koffie en mis daardoor de begroeting, die meestal alles zegt over een verhouding. Als ik weer kijk, zitten ze dicht bij elkaar en wenkt hij een serveerster.

Hij is een wat slordig uitgevallen vijftiger met plukkig grijs haar en hij oreert honderduit, met brede gebaren. Hij heeft er zijn colbert bij uitgetrokken.

Hij zit met de rug naar me toe en ik meen iets opmerkelijks te ontdekken, een detail dat niet bij die rug past. Ik wil me niet te dicht naar hem toe buigen, maar door de stof van zijn keurige witte overhemd heen, schemert een kleurrijke, wilde afbeelding op het t-shirt dat hij als onderhemd draagt.

Zij is strak gekleed in een spijkerbroek, zwart leren jasje, op hoge laarzen. Ze is jonger dan hij, maar niet zoveel dat hij haar vader zou kunnen zijn.

Ze luistert naar hem met een geamuseerde, betrokken glimlach om de lippen.
Als hij in het vuur van zijn betoog naar voren spreekt en haar even niet aankijkt, blijft haar glimlachende hoofd in zijn richting staan, maar haar ogen schieten razendsnel naar links en rechts, om op te nemen wat zich elders in de zaak afspeelt.
Als hij zijn hoofd weer naar haar toebuigt, is ze er met haar ogen precies op tijd bij om zijn blik te vangen en te suggereren dat ze ademloos aan zijn lippen hangt.

Ze doet dit een paar maal en elke keer is de timing perfect. Ik vind haar in deze scène een uitmuntende actrice.

Toch doe ik haar met deze waarneming onrecht aan. Alsof ze hier poseert als 'gemene vrouw'. Het ligt anders. Regelmatig vinden hun handen elkaar onder tafel. En als ze hebben afgerekend gaan ze eensgezind en lachend weg.

Ze hadden afgesproken 'in de stad'.
Hij wilde haar zien. Zij wilde hem zien, maar ook iets van de stad.





vrijdag 5 november 2004 13:47  verstuur

De vrijheid van zwijgen


'Met de hoofdredactie.'

- Ja meneer De Bie, u spreekt met Raay van der Meer van het programma Tongen Los, ik wilde vragen of u zaterdagavond aanwezig kunt zijn in Studio Vijf voor onze directe uitzending. Als u zo rond achten komt, is er genoeg tijd voor de schmink en zo.

'Mag ik even vragen: waar gaat het om? Wat is het onderwerp van de uitzending?'

- O, sorry. In Tongen Los gaan we discussiëren met columnisten, cabaretiers, stand-up comedians en andere opinieleiders over de vraag of zij, na alles wat is gebeurd, zichzelf censuur gaan opleggen. Of kan in dit land alles nog steeds worden gezegd?

'Nee helaas, daar voel ik niet voor.'

- Maar u reageert op Bieblog toch ook op de vreselijke dingen die er nu gebeuren?

'Nauwelijks. En dat doe ik opzettelijk. Omdat ik vind dat veel teveel mensen ?reageren?, met veel teveel niet ter zake doend geschreeuw.'

- Aha! U reageert nauwelijks... u doet dus aan zelfcensuur. Bent u bang geworden om uw mond open te doen?

'Volstrekt niet. Maar ik doe alleen mijn mond open als ik meen iets zinnigs aan het debat te kunnen bijdragen. Anders zwijg ik. Zouden meer mensen moeten doen, vind ik.'

- Maar u als opiniemaker zou toch juist nu luid en duidelijk moeten uitspreken waar u staat?

'Nou, in uw opvatting ben ik dan geen opiniemaker.'

- Maar in de jaren zestig en zeventig hebt u toch wèl tegen de maatschappij aangeschopt en zo? En nu zwijgt u? Had ik niet van u verwacht.

'In de jaren zestig was het nodig de temperatuur van de maatschappelijke discussie een paar graden op te stoken, nu is het nodig dat de te hoog opgelopen temperatuur een paar graden omlaag wordt gebracht - het hoofd koel te houden.'

- Klinkt interessant. Het zou heel goed zijn als u dàt standpunt in Tongen Los zou kunnen toelichten. Hebben we nog niet in het panel.

'Maar voor je het weet moet ik die opvatting gaan verdedigen en zit ik in no time te schreeuwen tegen andere Bekende Nederlanders. Dat moet nou juist niet, zo?n opgewonden discussie over iets onbelangrijks.'

- Iets onbelangrijks? Gaat de vrijheid van meningsuiting u dan niet ter harte?

'Zeer. Maar je moet die vrijheid sparen voor belangrijke, inzicht verschaffende standpunten en die heb ik momenteel niet. Laten die anderen zich maar profileren. Goed voor hun ego.'

- Nou, dat is dan jammer. Tot nu toe weigert niemand. Iedereen komt.

'Dat wordt een prima uitzending, meneer Van der Meer. Ik wens u veel succes!'





donderdag 2 september 2004 21:48  verstuur

Aan zee


Op deze extra zomerse dag had niemand gerekend. Wie kan het zich permitteren op het strand te gaan liggen? Net weer begonnen en nu alweer een vrije dag nemen? Kun je niet maken.

Een enkel verdwaald stel lag op het warme strandzand lekker wat te zoenen.
Op het onderbezette terras zat een oudere man met een glas bier voor zich naar zee te staren. Hij had zich al 's omgedraaid en mij met een opgestoken hand vriendelijk gegroet. Ik kende hem niet, hij mij wel en dat overkomt me vaker.
Hij was goed gevuld en zeer bruin en hij droeg alleen een kort broekje. Jaloers ben ik op dat soort mannen die het niets (meer) kan schelen en doen waar ze zin in hebben.

Ik was hem vergeten, toen de man alle aandacht op zich vestigde. Er klonk een schreeuw en een slag. Toen ik verschrikt opkeek, lag de man op de grond - hij was met stoel en al achterover geslagen. Eén van de poten van de witte plastic stoel was weggezakt in een gat van het plankier.
'Ik maak een koprol,' zei hij zelf. Een vrouw aan het belendend tafeltje was eerder opgestaan dan ik, hielp de man overeind, maar hij was op eigen kracht weer snel ter been.
Ik zag dat hij vanaf de grond een snelle onderzoekende blik op me had geworpen. Lachte ik om hem?
Nee, ik lachte niet. Een kundige valpartij van beroepskomieken kan op de lachspieren werken, een echte vind ik nooit leuk.

De man kwam bij mijn tafeltje staan.
'Hoe oud ben jij nu?', vroeg hij, '...twee, ..drie?'
'Vijf!', antwoordde ik.
'Zo!', zei de man. Ik begreep dat hij bezig was zijn door de val gedeukte ego op te vijzelen.
'Dit is ook niet mis, hè?', zei hij wijzend op zijn bolle buik boven het broekje. En nu zag ik dat een groot rood litteken vanuit het broekje recht over de bruine ballon, tot boven zijn navel liep. Het litteken had de vorm van een visgraat.

'Een kans van één op de drie?, lichtte hij toe, 'ik moet om de paar maanden terugkomen voor controle. Gezond eten. En genieten, hè.'

'Daar is het een goeie dag voor', zei ik tamelijk schaapachtig. Ik stelde geen diepgaander vragen, want het weer was te mooi voor operatieverhalen. Vond de man ook. Zijn litteken had ervoor gezorgd dat de herinnering aan zijn hulpeloze val was uitgepoetst. Hij ging terug naar zijn tafel, pootte de stoel zorgvuldig op het plankier en bleef het komende uur naar zee staren.

Zou hij van de winter zijn overhemd wel eens moeten openknopen om het litteken in de strijd te werpen?

Bij het weggaan liep ik dicht achter hem langs en zei: ?Het beste!? Hij gaf een snelle, terloopse handdruk, maar wel stevig.
'Hou je haaks, hè', zei hij.





zondag 8 augustus 2004 11:25  verstuur

Op het strand


- Dag dames, mag ik u even wat vragen?
- Eh... ja?
- U weet dat het heel gevaarlijk is, uren in de zon liggen bakken?
- Ja hoor, dank u wel.
- Het gat in de ozonlaag en zo?
- Ja hoor, weten we.
- De kans op huidkanker die vele malen groter is geworden...
- Wij hebben ons goed ingesmeerd, hoor.
- Ah! U wel! Vandaar mijn vraag. Ik lig hier namelijk even verderop. In mijn eentje, helaas. En nu lukt het mij niet mijn gehele lichaam voldoende te beschermen.
- Wat wilt u, meneer?
- Ik wilde een van u verzoeken het onderste gedeelte van mijn rug - waar ik zelf niet goed bij kan komen - even te willen inwrijven. Ik heb mijn eigen zonnebrandolie meegebracht, ziet u wel? Beschermingsfactor 30.
- Sorry meneer, wij genieten hier van onze rust.
- Even maar. Het is zo gefikst. Even een likje op mijn rug. Een momentje inwrijven en klaar!
Gaat u weg, wilt u?
- Mijn zwembroek hoeft geen centimetertje naar beneden, hoor.
- Moeten wij de strandpolitie waarschuwen?
- U wilt mij dus huidkanker bezorgen. Fraai is dat!
- Bel jij 112 even, Marloes?
- Omdat jullie zulke mooie tieten hebben, hoef ik niet als een hond te worden behandeld. Au! Met zand in m'n ogen gooien? Kunnen jullie wel? Nu moet ik mij in het vieze zeewater gaan afspoelen. Kan ik ook nog een infectie oplopen. Hebben jullie allemaal op je geweten! (druipt af, roept vanuit zee:) Rotwijven!





zondag 1 augustus 2004 19:59  verstuur

De jongen met de buggy
Notities in het Grand Café

Meisje alleen zit met een glas thee aan een tafeltje. Geschatte leeftijd: achter in de twintig.
Ze wacht. Geen twijfel mogelijk - ze maakt met haar hoofd de klassieke draaibeweging via haar polshorloge naar de deur.

Daar is'ie!

Hij is een 'leuke jongen', t-shirt blote bruine armen, korte donkere krullen. Zijn ogen vinden haar en hij toont een brede, innemende lach.

De jongen is een jonge vader - hij trekt een blauwe buggy achter zich aan. Een hoog kinderzitje, op vier maal twee zwenkwieltjes. Een pienter om zich heen kijkende baby heeft het er zichtbaar naar zijn zin.

Het meisje staat op en de jongen begroet haar met zoenen - links, rechts, links.
Ah! Zij is niet de moeder.

De jonge vader posteert de buggy naast het tafeltje, maakt baby?s veiligheidsgordel los, schikt wat aan het dekje, spant een Nijntjespeeltje aan een koord over de wagen, waarmee het kind aan het spelen gaat.
Het meisje kijkt met een vertederde glimlach naar de redderende vader, met een hand onder haar hoofd.

Nu wendt de jongen zich weer tot het meisje, ze raken in een geanimeerd gesprek, waarbij hij haar om de andere zin aan het lachen krijgt. Het lijkt me sterk dat het meisje ooit eerder zo'n leuke jongen ontmoette.

Als hij zich naar de wagen terugbuigt en een flesje melk tevoorschijn haalt en het aan de baby voert, kijkt zij toe met nadrukkelijk over elkaar geslagen armen, alsof het moeite kost haar handen op te bergen, in plaats van ze uit te steken.
Regelmatig kijkt de jongen op van het flesje naar het meisje en zegt weer iets leuks.

Het meisje zwaait naar de baby. Ingehouden, verstolen bijna, met een opgestoken rechterhand, waarvan ze alleen de vingers op en neer laat bewegen. Ze probeert het kind wel aan het lachen te krijgen door het trekken van een grappig gezicht, maar ze houdt zich in, ze maakt het gezicht niet al te gek.
Ze wil niet tonen dat ze het kind net zo leuk vindt als de vader. Dat zou in dit stadium ongepast zijn. Ze moet niet te hard van stapel lopen.





zaterdag 17 juli 2004 16:31  verstuur

Mobiele versierder
Notities in het Grand Café


Hij zit alleen aan de leestafel en valt op. Want hij heeft zijn mobiele telefoon uit zijn binnenzak getrokken, het deksel opengeklapt en moet groot grijnzen om wat hij op het schermpje ziet.

Dan houdt hij het mobieltje even hoog boven zijn hoofd, kijkt gauw op het schermpje en schiet weer in de lach.
Aha! Hier is een mobiele fotograaf aan het werk. Heeft hij het toestel een uur geleden gekocht en is hij aan het proefschieten?

Drie meter verder zitten twee vriendinnen - begin dertig - met appelgebak en glazen thee, aan een tafeltje tegen de muur, lekker bij te kletsen.
De fotograaf steekt zijn mobiel boven zijn hoofd in hun richting en is weer zeer tevreden met het resultaat. Zijn lach klinkt nu echt in de ruimte - kort maar (te) hard.

Getroffen door de lachexplosie, laat één van de jonge vrouwen nu haar oog op hem vallen en de vraag is of ze hier later geen spijt van zal krijgen.

De man kijkt lachend op en neer - naar haar en naar het schermpje. Hij houdt haar blik gevangen, dus hij denkt het te kunnen wagen: hij loopt naar het tafeltje en laat het zilveren dekseltje, waarop een blauw intens licht knippert, aan haar zien. De vrouw proest het uit en verbergt haar gezicht in haar handen. Haar vriendin wil de foto zien en vindt hem ook wel leuk.

De mobiele versierder heeft beet. Hij schuift zijn stoel een stukje dichterbij en fotografeert de beide meisjes-vrouwen nu voluit. En als hij het resultaat laat zien, lachen ze met z'n drieën; hij heeft zijn lachvolume nog verder opengedraaid.

Hij is een stuk zekerder van zijn zaak geworden, schuift zijn stoel tot aan het tafeltje van de meisjes en wenkt de studente met de grote groene voorschoot en de geldtas om haar middel.

Nee, hij is een professioneel, want hij diept nu foto?s uit het geheugen van zijn mobiel waarbij ze gezamenlijk blijven lachen, om elke foto.

En als de bestellingen zijn afgeleverd, zitten de drie nog steeds rond het mobiel geschaard. En maar lachen. Niet alleen om de foto's, maar ook om de met brede gebaren vertelde, boeiende en grappige verhalen van de fotograaf.

Het wordt me te machtig. Ik zit te ver weg om iets te kunnen verstaan, laat staan dat ik een blik op het schermpje zou kunnen werpen.
Ik wenk de studente, reken af en haast me naar buiten.





donderdag 29 april 2004 17:23  verstuur

Niet ingetrapt!
uit de aantekeningen van een paranoicus (4)

Beeldvergroting: ?...zag ik ?m in een oogopslag...?
?...zag ik ?m in een oogopslag...?
Beeldvergroting: ?...de positie van de spum was te obvious...?
'...de positie van de spum was te obvious...'
Beeldvergroting: ?...te achteloos weggeworpen peuken...?
'...te achteloos weggeworpen peuken...'
Beeldvergroting: ?...high-densitycamera en digitale recorder...?
'...high-densitycamera en digitale recorder...'

Vanmorgen toch maar weer eens geprobeerd geld te pinnen.
In het kantoor van mijn bank kijkt men of men water ziet branden als je om wat geld komt vragen. Je eigen geld!

Nooit pinnen bij je eigen bank. Ze (de criminelen) gaan er dan vanuit dat je daar vaker komt en met hun apparatuur kunnen ze zien hoeveel op je rekening staat. Als ze hebben geconstateerd dat je bijvoorbeeld honderd euro hebt gepind, weten ze: o, die komt over twee dagen terug. En staan ze je op te wachten!

Is mij nooit gebeurd, toch heb ik er vaak aan gedacht: dat je op het moment dat het luikje opengaat en jouw geld naar buiten wordt geschoven, op je nek wordt gesprongen.
Daarom pin ik ook altijd voor slechts tien euro bij een en dezelfde automaat. Heb ik honderd euro nodig, moet ik dus langs tien automaten.

Geld halen wordt zo a hell of a job, want mijn gemeente heeft slechts zeven openbare automaten. Die steeds vaker gekraakt zijn.
Vanmorgen stonden zes mensen in de rij voor de automaat op de Leerderweg.

Toen ik eindelijk aan de beurt was, zag ik 'm in een oogopslag.
'O, sukkels!,' dacht ik, 'hebben jullie nou nog niet genoeg informatie binnengekregen? Er zijn nu zoveel reportages op tv over geweest, je zou denken dat iedereen het wist!'

Toegegeven, het was geraffineerd gedaan. Iemand had tijdens het intikken van z'n pincode een kauwgompje achteloos naast het toetsenbord gelegd en was het zogenaamd vergeten terug in zijn mond te stoppen.

Maar de positie van de spum - pal naast de getallen - was te obvious. Een supermini-kauwgomvideocamera zou een haarscherp filmpje kunnen draaien van jouw pinhandelingen. En het nog versturen ook, want een zender past tegenwoordig in een speldenknop.

Ik maakte dat ik wegkwam en ging kijken of bij de automaat voor het AH-filiaal in de Rabarberstraat de kust veilig was.

Even had ik ze niet in de gaten. Toen viel mijn oog op de (te) achteloos weggeworpen sigarettenpeuken op de grond.

Omdat ik weet dat er met de modernste apparatuur kan worden gezonden binnen een afstand van vijfhonderd meter, bekeek ik de peuken nauwkeurig en raakte voor honderd procent overtuigd.

De achterste peuk bevatte zo te zien een high-densitycamera en de voorste een digitale recorder met een opslagcapaciteit van zeker 500 GB!

Snel maakte ik me uit de voeten, voordat de peukscanner de magneetstrip van mijn pasje in de binnenzak van mijn kogelvrije windjack had kunnen inlezen.





maandag 26 april 2004 09:08  verstuur

Toegangspasje
uit de aantekeningen van een paranoicus (2)

Beeldvergroting: (de Volkskrant, vandaag)
(de Volkskrant, vandaag)
Beeldvergroting: Voorkant levensgevaarlijk pasje
Voorkant levensgevaarlijk pasje
Beeldvergroting: Achterkant pasje met magneetstrip:\'...op jouw naam gaan inbreken...\'
Achterkant pasje met magneetstrip:'...op jouw naam gaan inbreken...'

Ze kunnen je pasje op afstand kopiëren. Ze kunnen met een antenne, ontvanger en digitale recorder de gegevens van je pasje afhalen en op jouw naam gaan inbreken.

Ze? De criminelen.

Ik heb zo'n levensgevaarlijk pasje.
Als ik het kantoorterrein op wil, moet ik de magneetstrip voor een paal houden en dan gaat de slagboom open.
Op dat moment kunnen ze dus mijn gegevens aftappen.
Ik zie een portier in zijn loge zitten. Portier? Een verklede crimineel.
Hij zwaait naar me. 'Goedemorgen!' Ja, mooi dat ik daar niet intrap.
Ik kijk zo lang mogelijk naar hem, zodat ik een gedetailleerd signalement kan doorgeven.

In het hoofdgebouw volgt een nieuwe angstige situatie: een schuifdeur moet ik met de strip openen om mijn afdeling te kunnen betreden.
Waarom is de schoonmaker gestopt met het dweilen van de vloer? Is er een recorder verborgen in zijn emmer?

Maar wacht 's even...
Ik ben met de bus gekomen. In het spitsuur, de bus was stampvol, zeker vijf passagiers hebben tegen me aan gestaan. Wat een ongure tronies hadden ze.
Ze hebben mijn gegevens dus allang te pakken. Op mijn naam zijn ze nu aan het inbreken en halen ze de computers weg.

Om het gebouw te verlaten, heb ik gelukkig mijn pasje niet nodig. Hollend passeer ik de portier, die me verbijsterd nastaart.

Ik ga terug naar huis, lopend.
Ik ga me ziek melden.
Telefonisch? Terwijl mijn telefoon wordt afgetapt?





donderdag 22 april 2004 22:05  verstuur

Zonnebank
uit de aantekeningen van een paranoicus (1)


Als ik iets doe dat ik zelf abject vind, denk ik dat de hele wereld er weet van heeft en het met mij eens is.

Dat idee - iedereen let op mij en lacht zich rot - stak weer eens de kop op, toen ik een uit de telefoongids geprikt nummer van een zonnebankstudio drukte.

Een zonnebank bellen om een afspraak te maken, vind ik namelijk te bespottelijk voor woorden. En bloot onder een raar toestel gaan liggen verbranden, behoort al helemaal tot de onmogelijkheden. Er zijn handelingen waar je wel van hebt gehoord, maar die je nooit zelf durft uitvoeren.

Maar in een aanval van voorjaarsmake-over besloot ik mezelf een nieuw behangetje te geven. Nu het ochtendlicht sterker en harder wordt, gaat mijn lijkwitte lijf me in de badkamerspiegel meer en meer tegenstaan. Dan maar modern doen en 'actie ondernemen'.

Kijk en dan denk ik dat het meisje van de zonnebankstudio dat de telefoon opneemt, mijn voornemen net zo vreemd en in feite afkeurenswaardig vindt als ikzelf.
'Ja, sorry, ik wilde toch maar eens een afspraak maken', probeerde ik mijn buitensporige gedrag te relativeren.
'Dat kan', zei het meisje en geen spoor van onderdrukt geproest klonk in haar stem door.

En ze keek er ook niet van op dat ik inderdaad op het afgesproken uur aan haar balie verscheen. Je moest helemaal door de drogisterij heen lopen - gelukkig waren er geen klanten, niemand die me zag - naar een smalle ruimte achterin, waarin een mini-koffiehoekje, de balie met meisje, en twee dunwandige hokjes waren gestouwd. Het oude magazijn, opgewaardeerd tot zonnebankstudio.

'Hebt u een gevoelige huid?', vroeg ze en nog steeds bleef haar spottende lach uit.
'Nou... gewoon', hakkelde ik en lachte zelf maar eens om haar een handje te helpen, maar ze bleef ernstig kijken toen ze zei: 'Dan beginnen we kalmpjes aan.'

Ze leidde me naar een hokje, stelde de apparatuur in, waarna ze zich verwijderde en het dunne deurtje achter zich sloot.

Muisstil kleedde ik me uit - er was ruimte onder het deurtje, ze zat er zo dicht achter me, aan haar balie, dat ze zelfs mijn ademhaling zou kunnen horen. In de oranje plastic bak, waarin ik moest gaan liggen tussen de lampen en ventilatoren, vond ik een knalgeel brilletje.

Ik bespaar u een beschrijving van de beschamende twaalf minuten op het bulderende apparaat.
Besparen? Niet durven! Voor geen goud schrijf ik op wat ik doormaakte.
Goed dan, een tipje van de sluier licht ik op: ik wist zeker dat een verborgen videocamera mijn blote gestalte-met-brilletje doorgaf aan een monitor onder de balie en dat het meisje twaalf minuten lang haar gelach in een zakdoek zat te smoren.

Maar, toegegeven, nadat de machine was afgeslagen en ik me uit de omhelzing van het apparaat had losgemaakt, voelde ik me weldadig ontspannen en lekker doorbakken.
'Je hebt het gedaan, je hebt het gedaan,' zong het in me, 'zie je nou, kan je best, niemand vindt het gek, je hoort er helemaal bij.'

Toen ik het meisje goeiendag zei, lette ik scherp op, maar aan haar ogen was niet te zien dat ze mij zonder mijn kleren aan had gadegeslagen.

Ik ga morgen weer.





zondag 29 februari 2004 14:38  verstuur

Meneer Thong

Beeldvergroting:
Beeldvergroting:

1.
Dat ze er anders uitzag, viel Evert meteen op. Zacht gezicht, blosjes, glanzende ogen.
'Nou, helemaal waar wat Margje over hem heeft verteld. Hij is echt meesterlijk!'
'Maar wat is dan anders dan anders?', vroeg Evert.
'Ja... Moeilijk uit te leggen,' zei Jacqueline terwijl ze twee lange haarslierten achter haar oren borg, 'wat meneer Thong doet is zo ontspannend... je voelt je zo heerlijk. Heb ik nooit eerder meegemaakt.'

Of Jacqueline bedoelde dat ze binnen het 'massagegebeuren' zoiets nog niet eerder had meegemaakt, of sinds mannenhanden haar lichaam beroerden, durfde Evert niet vragen.

Van de ene op de andere dag had zich een klein Chinees winkeltje in de Spoorstraat gevestigd. Achter de balie zat een breedlachend Chinees meisje dat enkele woorden Engels sprak en de afspraken voor meneer Thong regelde. Op de planken langs de wanden stonden honderden stopflessen met Chinese karakters erop. Want je kon in het winkeltje voor velerlei lichamelijke klachten terecht.
Maar al snel werd duidelijk dat het zaakje uitsluitend dreef op de superieure handtastelijkheid van meneer Thong.

In de achterkamer stond een massagetafel opgesteld. En meneer Thong.
'Hij spreekt geen woord Nederlands of Engels. Maar ook geen Chinees. Hij zegt helemaal niets. Hij werkt alleen met zijn handen. Hij gebaart: kleedt u zich maar uit en gaat u liggen. Als'ie je achterkant heeft gedaan, maakt hij met zijn handen een rolbeweging en moet je op je rug gaan liggen. Wat'ie allemaal met je doet... het is niet uit te leggen. Het is geen strijken, of kneden, meer een zacht, maar gekund aaien. Met soms wat geklop met zijn vingerknokkels. Zó goed! Zalig gewoon!'
Zalig, een woord dat Jacqueline nooit gebruikte.
Evert vroeg niet door over de kunsten van die meneer Thong.

2.
De faam van meneer Thong verspreidde zich als lopend vuur onder de vriendinnen van Jacqueline en Margje. Ook de leden van Jacqueline's leesclub kwamen allemaal bij meneer Thong.
'Margje gaat iedere dag, dat is wel een beetje te gek, maar tweemaal in de week lijkt me ruim voldoende. Herboren, zo voel ik me.'
'En wat kost meneer Thong?', durfde Evert nu vragen.
'Niet schrikken: 36 euro per drie kwartier. Maar, maar, maar... neem je een abonnement, dan kosten 10 behandelingen 260 euro. Margje zegt ook: je spaart er dokters- en psychiaterbezoek en medicijnkosten mee uit.'

3.
Op een avond, in bed, ging Evert een stapje verder.
'Wat doet meneer Thong dan precies?', vroeg hij, nadat hij wat onhandig met Jacqueline had gevreeën. De steeds enthousiaster klinkende verhalen over meneer Thongs 'goddelijke' massagebeurten, werkten nadelig op Everts eigen strijk- en streeltechniek.
'O, nee, niet wat jij denkt,' zei Jacqueline, 'dat is 't 'm nu juist: hij straalt geen enkele erotische spanning uit. Hij is aardig, een zachte man, die met een soort vertrouwde zekerheid met je lichaam bezig is.'
'En ben je helemaal bloot?', hij besloot de gegroeide lichte jaloezie voorzichtig vrij te laten.
'Alleen m'n string blijft aan en als je op je buik ligt, doet hij de string even naar beneden om je billen je behandelen, maar dat gaat allemaal zo vanzelfsprekend, zonder enige spanning... zo... zo... ja, meesterlijk gewoon.'
'En de voorkant...,' de kust was vrij om door te vragen, 'zit'ie ook aan je tieten dan?'
'Aanzitten... wat plat. Nee, hij gaat er tussendoor met z'n handen. Heel zacht en discreet. Nee, werkelijk. Ik wist niet dat dit bestond!'
Misschien moest hij ook bij meneer Thong in behandeling, dacht Evert. 'Leer ik hoe'ie het doet. Zal nodig zijn, ben ik bang.'

4.
Toen Evert thuiskwam van de zaak, zaten er vijf druk en ernstig pratende vrouwen in de voorkamer.
'Niet te geloven! Ze willen meneer Thong weghebben', zei Jacqueline, nadat hij de vriendinnen had begroet. 'Meneer Thong is illegaal. Hij moet het land uit van de vreemdelingenpolitie. We willen een actiecomité vormen en naar het Gemeentehuis. Het is een ramp, dit kan gewoon niet. Kun jij niks voor meneer Thong doen?'
Vijf paar ogen keken hem verwachtingsvol aan.
'Eh...,' zei Evert, koortsachtig denkend, hoe hij zich hieruit zou redden, 'ik ken een wethouder, Machielsen, maar die is van Verkeer dus ik weet niet of hij wat kan doen.'
'Ik heb Geert gevraagd of hij hem niet in dienst kan nemen', zei Margje.
'Jee,' dacht Evert, 'de man van Margje heeft meer last van meneer Thong dan ik. De echtgenoten van de vrouwen van meneer Thong moesten ook maar 's bij elkaar komen. Een mannenpraatgroepje, met als onderwerp Hoe Gaan Wij Om Met Meneer Thong.'

5.
'Nou, die man kan er dus niks van. Wat een oplichter! Staat een beetje op je in te beuken. Bah! En die blik waarmee hij naar je kijkt, bevalt me helemaal niks.'
Jacqueline zag er verward, boos en tegelijk teleurgesteld uit. Ook dit hoofd had Evert niet eerder gezien.
'Ik had nog vier behandelingen tegoed, maar ik heb meteen m'n geld teruggevraagd.'

Sinds drie dagen was meneer Thong niet meer in het winkeltje aan het werk.
Het meisje achter de balie lachte nog even vriendelijk, maar gaf op de vragen naar meneer Thong geen antwoord. 'Weet niet!', gebaarde ze.
Meneer Thong die nooit iets had gezegd, alleen zijn handen had laten spreken, was vertrokken zonder enige boodschap aan zijn vrouwen achter te laten.
'But now there is mister Sanwan,' lachte het meisje, 'very very good, mister Sanwan.'
Niet dus.

Evert wist zeker, dat alle mannen van de vrouwen van meneer Thong zich op dat ogenblik afvroegen, hoe lang het zou duren eer de herinnering aan meneer Thong zou zijn weggeëbd.





woensdag 28 januari 2004 19:08  verstuur

Gevaarlijk leven


Als Erwin Krol zegt dat je vannacht
beter niet de weg op kunt gaan -
onmiddellijk de weg opgaan
en hopen dat je raakt ingesneeuwd
op een doodlopend B-weggetje in het midden van Groningen,
zodat je met helikopters wordt gezocht
en na een zoekactie van 24 uur
met behulp van reddingsploegen met honden
moet worden uitgegraven en overgebracht
naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis,
waar je vanuit bed een persconferentie geeft
en een zoen van je hand in de camera's blaast
naar je geliefde die nog zo had gezegd
dat je naar Erwin Krol moest luisteren
en je beter niet de weg op kon gaan.

(Maar Krol zag weer eens spoken
in zijn 'snel naderend front' -
de wegen begaanbaar
de lucht lekker zacht
je reed snel weer terug
voor een zoen op haar mond.)





vrijdag 3 oktober 2003 20:08  verstuur

Pasta Rames
een onderzoek met gevolgen

Beeldvergroting: (De Telegraaf, vandaag)
(De Telegraaf, vandaag)

De avond is gevallen. In de P.-straat in de binnenstad van Z., haasten enkele voetgangers zich door het donker, om in een van de twee aan elkaar grenzende restaurants een plaatsje te bemachtigen.

In Italiaans restaurant La Dolce Vita zit Ella, 45 jaar, eigenaresse van drie nailshops, alleen aan een tafeltje haar Spaghetti Bolognese te eten.
Ze kijkt om zich heen. Aan de belendende tafels ziet zij vrouwen zoals zij: succesvol, geslaagd, maar eenzaam en alleen.
Stel je toch eens voor, bepeinst Ella, dat ze voor het diner zou hebben afgesproken met een oudere man. Iemand die niet meer werkt, zijn schaapjes op het droge heeft, en dus alle tijd en aandacht voor haar. Maar waar ontmoet je zo'n droomgeliefde? Aan zijn uiterlijk stelt ze weinig eisen. Als er maar geen haar uit zijn oren groeit, dat vindt ze vaak zo'n afknapper bij oudere mannen.

In Chinees restaurant The Golden Fountain, op nog geen meter van haar verwijderd, zit aan de andere kant van de muur Harre, 56 jaar, boven zijn Nasi Rames te somberen.
Hij kijkt om zich heen. Aan de belendende tafeltjes ziet hij mannen zoals hij: heren in goede doen, die hun zaak op tijd verkocht hebben, maar na een moeizame scheiding alleen zijn gebleven.
Ook al eet hij alleen, Harre heeft zich tiptop gekleed. Vanmiddag is hij naar de kapper geweest, die ook zijn wenkbrauwen, neus- en oorhaar heeft getrimd. Maar waarom doet hij dit alles?
Je leest vaak over eenzame topvrouwen, maar waar zijn ze, vraagt Harre zich af.

Een week later.
De eigenaar van The Golden Fountain heeft, na lezing van bijgaand onderzoek, een slimme zet gedaan. Hij heeft de mogelijkheid geschapen bij alle gerechten van zijn kaart, de rijst te vervangen door pasta.

Ella hoort ervan, gaat op een vrijdagavond eten bij de Chinees en omdat die avond alle tafels bezet zijn, stapt ze op Harre af.
'Vindt u het niet erg, als ik hier plaatsneem?'
'O nee, volstrekt niet.'
Er ontspint zich een levendige conversatie, 'het klikt meteen' en ze spreken af de volgende avond bij de Italiaan te gaan eten, die inmiddels bij alle gerechten van het menu de mogelijkheid heeft gecreëerd, de pasta te vervangen door rijst.

Het is nu al duidelijk: Ella en Harre vormen een enig koppel, dat niet zo lang, maar wel heel gelukkig gaat leven!





dinsdag 23 september 2003 16:20  verstuur

Bui in Amsterdam

Beeldvergroting: Bui boven de Dam
Bui boven de Dam

'Wisselend bewolkt. Geregeld een bui, soms met onweer.'

Op deze eerste dag van de herfst klopte het weerbericht, vanmorgen in Amsterdam. Een straat inlopend met blauw boven mijn hoofd, werd ik aan het eind overvallen door een kletterbui.
Ik zette het op een hardlopen, want ik hou niet van een natte kop, of doorgelekte schouders.

Ik schrok van mijn conditie - al na vijftig meter schreeuwden mijn benen om een rustpauze. Tussen de auto's door spetterde ik het Rokin over en haalde de ingang van Vroom en Dreesmann.
Het was dringen op het droge stoepje voor de draaideuren, zeker twintig passanten wachtten op het overtrekken van de bui.

Ik draaideurde naar binnen, want in de gauwigheid had ik besloten zo?n kleine opvouwbare paraplu te kopen - handig voor in de binnenzak. Ik heb een fase in mijn leven bereikt 'dat het me niks meer kan schelen' en ik best gezien mag worden met een (voorheen belachelijke) paraplu.

V&D had op mij gerekend. Aan de ingang stond een grote standaard met regenschermen in alle maten en soorten. Voornamelijk gebloemde en te vrolijk gestreepte. De zwarte en grijze waren kennelijk uitverkocht.
Met een beige exemplaar in de hand geklemd, liep ik een rondje over de sokkenafdeling, zoekend naar een kassa.

'Meneer zoekt een kassa. Mag ik meneer even voorgaan?' De jongeman die mij uitnodigend naar de parfumafdeling wees, had er zin in. Hij beende kwiek voor mij uit en toen hij achter de kassa ging staan en mijn aankoop in ontvangst nam, begreep ik dat hij een eind van zijn plek was gesneld om mij ter wille te zijn.

'Is de paraplu een cadeau, of is'ie voor direct gebruik?', de verkoper straalde een energie uit, die direct op mij oversloeg.
'Nee, voor direct', zei ik harder dan ik van plan was.
'Uitstekend', zei de vlotte jongeman, waarna hij met een schaar het prijskaartje en de merknaam verwijderde.
'Dat is dan zeven euro vijftig, alstublieft. Spaart meneer Airmiles? Nee? Geen punt. Hartelijk dank. Alstublieft. En dit is de bon. En dit is uw plu. Een prima pluutje, al zeg ik het zelf. Ik wens u er buitengewoon veel succes mee. Nogmaals veel dank. En mag ik u dan een recht prettige dag toewensen? Linksaf vindt u de uitgang. Tenzij u nog andere afdelingen wilt bezoeken. Nee? Zo u wilt. Goedemorgen.'
'Dank u wel', zei ik nu toch licht overdonderd.

Het komt misschien nog goed met V&D.





zondag 24 augustus 2003 16:36  verstuur

Betrapt in het zwembad


Als ik, gekleed in mijn enkele zwembroek, het kleedhokje verlaat, moet ik de zware klerenhanger waaraan mijn kleren, schoenen en rugzak bungelen, in het midden van de kleedruimte aan lange stangen hangen.

Moeilijk moment.

Ik wacht in mijn hokje tot het betegelde zaaltje leeg is, kom snel tevoorschijn, hang mijn kleren op en spurt naar de douches. Mij zullen ze niet bloot tegenkomen.

Net toen ik vanmorgen mijn hokje uit wilde stappen, betrad een stevige, kletsnatte man de kleedruimte, vanuit de gang naar het zwembad.
Om zijn bollende buik spande een grote, verticaal gestreepte zwembroek.
Hij stapte op zijn hanger af, trok een grote blauwe handdoek uit zijn zwemtas en begon zich met brede gebaren grondig af te drogen. Eerst zijn natte haren en gezicht, waarbij hij briesende geluiden uitstootte. Plasjes vormden zich rond zijn voeten.

'Hè, man, doe dat in je hokje, wil je?', dacht ik en ik dook weg achter het driekwartdeurtje en wachtte tot de man op zou krassen.

Toen ik na twee minuten voorzichtig mijn hoofd boven het deurtje uitstak, was de man zich nog steeds aan het afdrogen.
Twee minuten afdrogen is lang. In die tijd droogt een normaalgebouwde zwemmer zich van achter zijn oren tot tussen zijn tenen kurkdroog af.
Ik ging zitten op de bank in mijn hokje en wachtte.

Na vier minuten was de man nog aan het drogen. Zijn rug kreeg zo'n woeste beurt dat de huid vuurrood uitsloeg en ik er brandblaren op verwachtte.

Ik bleef hem nu observeren met mijn ogen net boven het deurtje, klaar om weg te duiken als hij mijn kant zou uitkijken.

Het drogen duurde en duurde.
Hij was aan zijn benen begonnen, waarbij hij zich diep voorover boog en boende en boende, totdat hij zijn tenen had bereikt, die stuk voor stuk werden gedroogd zoals een topkok, vlak voor opdienen, de asperges nog even afneemt.

En ineens begreep ik zijn droogactie.
Want ik zag dat de man onder het drogen zijn hoofd naar uiterst links verdraaide, in de richting van de vrouwenkleedhokjes aan de overkant van de kleedruimte.
Wat was daar te zien?
Niets, dacht ik.
Maar toen de man, nu met zijn hoofd bijna tot op de grond, bleef doordrogen, en ik met hem meekeek, begreep ik dat hij onder de open onderkant van de deurtjes de naakte voeten van de zich verkledende vrouwen bekeek.

En toen de droger zijn handdoek van spanning stilhield, zag ook ik hoe in een van de hokjes twee blote vrouwenvoeten uit een slipje stapten, dat in een lichtblauwe flits even zichtbaar werd.

Het hoogtepunt was hiermee kennelijk bereikt, want de man pakte nu resoluut zijn hanger met kleren en begaf zich naar een hokje om zich aan te kleden.

Ik had een kleine gluurder begluurd.





zondag 10 augustus 2003 21:02  verstuur

De daad


Vanmorgen heel vroeg werd Jochem met het busje van het hotel naar het vliegveld gebracht.

Na lang nadenken had hij het gedaan: op het nachtkastje had hij een briefje achtergelaten voor het meisje, dat elke ochtend de kamer schoonmaakte.

In het begin van de week was ze Jochem niet zo opgevallen, ze was gewoon een van de vrouwen uit het dorpje, die 's avonds bij tientallen door de hoofdstraat flaneerden, of op de markt achter de viskraampjes stonden.

De schoonmaakster.
Tot Jochem dinsdag dacht: nee, ze is het kamermeisje.
Kamermeisje... waarom was dat voor Jochem nou zo'n veelbelovend, huivergevend woord?

Ze droeg zwart lang haar, dat door een gebloemde band bijeen werd gehouden, donkere ogen, die hem nooit aankeken, en verder... ja, daar kreeg Jochem geen hoogte van - ze droeg een grote lichtblauwe schortjas over 'alles' heen.

Maar naarmate de week verstreek, vond hij haar mooier en aantrekkelijker worden. In zijn fantasie was zij een steeds grotere rol gaan spelen. En in hotels, had hij al eerder ondervonden, gedijt de fantasie welig. Zeker als je na jaren weer 's alleen op vakantie bent.

's Ochtends rond negen uur lag Jochem al aan de rand van het zwembad, maar vanaf het midden van de week keerde hij steevast rond elven terug naar de kamer, om een boek te halen, of een flesje zonnebrandolie - het uur waarop zij de kamer aan het stofzuigen was, of, en dat was heel opwindend, zijn bed verschoonde. Hij wilde dolgraag zien hoe zij zijn slaap-t-shirt opvouwde en op zijn kussen klaarlegde.

Vroeger, toen Mariëtte en hij het nog leuk vonden pornovideo's te huren, had hij vaak gezien hoe in Oostenrijkse berghotels de kamermeisjes in zo'n situatie meteen de kleren uittrokken, de hotelgast zijn zwembroek afstroopten, waarna het grote bumsen kon beginnen.

In Jochems week gebeurde niets van dien aard. Als Jochem de kamer betrad, in zijn uitdagende zwemtanga (maar met een preutse handdoek om de schouders geslagen), ging het kamermeisje onverstoorbaar door met haar werk, zonder hem een blik waardig te keuren.

Toch dacht hij vanaf vrijdag dat er iets was gegroeid. Iets wederzijds. Er was geen tastbaar bewijs, zij had geen enkel signaal gegeven, maar het was meer, ja hoe formuleerde je dat, een bepaald spanningsveld. Het droge hout wachtte op een vonk om tot een laaiend vuur te ontbranden. Maar zoiets dacht Jochem middenin de nacht, als hij van de broeierige hitte niet kon slapen.

Afgelopen nacht steeg de kamermeisjeskoorts tot grote hoogte. (Als hij nu eens, terwijl ze aan het stofzuigen was, van achteren tegen haar aan zou gaan staan, zou zij zich omdraaien en haar armen om hem heen slaan, of zou ze hem met de stofzuigerslang een lel voor zijn kop verkopen?)

Hij besloot toch een daad te stellen, een teken te geven. Morgen zat hij weer op de zaak, het zou hem spijten als hij niets had gedaan. En misschien had hij toch gelijk, ging die groeiende spanning niet alleen van hem uit.

Op het nachtkastje lag, naast een biljet van 1000 sunar, zijn briefje:

'Hello,
Thank you for cleaning my chamber.
You did a very fine job.
And I also want to say you this: you are a very attractive and nice girl.
If you want to contact me, please phone me at:
06 7788456793345'

Stel je nou eens voor dat op een ijskoude, decemberse dag zijn mobiel ging, middenin een bespreking en een warme stem zou zeggen: 'Hello, I'm the chambermaid, do you remember me? I liked you so much, but I was afraid to tell you.'

Nadat hij aan de hotelbalie alle rekeningen had betaald, bedacht hij ineens dat zijn snorkel nog in de klerenkast lag, in de vergeten onderste la.
Haastig stapte hij in de lift, die hem weer naar zijn veertiende etage bracht.

Toen hij zijn kamer binnenging, was het zijn kamer niet meer. Nieuwe gasten moesten kennelijk met spoed worden ondergebracht. Een reus van een schoonmaker, in gele overall, was bezig de matras van het bed met een grote, gierende vacuümzuiger van al Jochems sporen te ontdoen.

In een flits zag Jochem dat het bankbiljet en het briefje van het nachtkastje verdwenen waren.
De schoonmaker, die grote oorbeschermers droeg, keek niet op of om.





woensdag 6 augustus 2003 21:34  verstuur

Mannetje in de warmte


Omdat niemand zin heeft in deze warmte zelf eten te maken, zat de wachtruimte van het afhaalcentrum bomvol.
De mensen wachtten roerloos aan de plastic tafeltjes; de verzengende hitte doofde elke activiteit. Je hoofd een slag draaien om te kijken of de Chinese mevrouw jouw in plastic tas verpakte bestelling omhoog hield, was al teveel.

Naast de toonbank zat een oud mannetje, dat aan het eind van zijn latijn was. Het gezicht stond gepijnigd, de kleur was inwit, op zijn voorhoofd parelden kleine druppeltjes, de lichtblauwe oogjes zwommen rond op zoek naar hulp, leek het wel.
Ik zag zijn t-shirt snel op en neergaan, hij haalde hijgend, met kleine teugjes adem. Begon zo een hartaanval?

Nu betrad een grote, forse man de winkel, stapte stevig op de toonbank aan, bestelde luid een nasi rames speciaal en een flesje bier voor tijdens het wachten.
Na een fikse eerste slok kreeg hij het mannetje in de gaten en vertolkte ons aller gedachten:

'Je ziet er niet best uit, man! Gaat het wel goed met je?'

Nu kwam er uit het mannetje een dun, iel gekwaak, dat de grote forse ook niet kon verstaan, maar je zag dat hij ervan schrok. Hij ging een paar passen van het oude mannetje staan, uit het flesje drinkend en soms weer even angstig terugkijkend. ?Hier wil ik niks mee te maken hebben,? drukte hij uit.

Ik zat te repeteren wat ik moest doen als het mannetje ineens op de grond zou glijden.
Nog steeds weet ik niet hoe dan te handelen. Ik zou, besloot ik, maar wat op zijn borstkas drukken. Moest ik adem blazen in dat viezige, korstige mondje?

Omdat ik van tevoren had gebeld, was mijn bestelling lekker vlug klaar. De Chinese mevrouw riep mijn gerechtnummer af, ik nam de tas aan en maakte dat ik het lokaal uitkwam.

Toen ik de auto had gedraaid en weer voor het afhaalcentrum langs zou rijden, remde ik af en bleef gefascineerd kijken.

Het oude mannetje wankelde naar buiten. In zijn rechterhand hing het tasje met zijn bestelling.
Met korte schuifelpasjes ging hij richting... nee, het is niet waar...

Het mannetje opende de achterkoffer van een metallic-blauwe, ultramoderne gigant van een scooter, plaatste de tas in de bak, gespte een grote, glimmend-zwarte helm van het stuur los, plaatste de pot op zijn hoofd - het gezichtje keek er nog kleiner en gepijnigder onderuit - schoof de scooter van zijn standaard, waardoor hij met machine en al dreigde om te kieperen, hees zich op het zadel, startte, gaf gas en spoot verrassend snel de straat uit.

Ik reed extra alert naar huis, overdreven inhoudend voor elke zijstraat.





zondag 20 juli 2003 14:16  verstuur

In de IJssalon

Beeldvergroting:

- Dag meneer, mevrouw. U wenst?
- Wij wilden graag een ijsco, mijn vrouw en ik.
- Wilt u hoorn of bakje? Voor hier of thuis?
- Eh... wat wil jij, Lies? Een bakje?
- Nee, zo'n ijsco, met zo'n wafel zeg maar...
- Een hoorntje? Goed. Wij willen graag twee hoorntjes, ijscoman.
- Eén, twee of drie bolletjes?
- Ah! Wat wil jij, Lies? Eén bolletje? Twee? Drie is misschien te veel.
- Ik wil gewoon een ijsco zeg maar.
- Met één bolletje dus. Hoe groot zijn de bolletjes tegenwoordig, meneer?
- Zo groot!
- O, Lies kijk 's naar de schep van meneer? Wil je één zo'n schepje, of zeg je: nou, als ik dat opheb, blief ik nog wel een bolletje. Mijn vrouw is 96 meneer, vandaar... Twee bolletjes dan maar, Lies? Nee, het is heel erg warm... drie bolletjes! Ach, welja! Doet u maar twee ijsco's met drie bolletjes.
- Welke smaak had u gedacht?
- Lies, meneer vraagt wat voor bolletjes je wilt?
- IJs, wil ik.
- Ja, natuurlijk, maar welke smaak ijs wil je: vanille, of eh..., of..., nou ja, wat er allemaal nog meer is.
- Ik wil gewoon een lekkere ijsco.
- Maar Lies, er staat nu een hele rij mensen te wachten. Weet je wat? Meneer doet u maar twee hoorntjes met drie bolletjes vanilleijs. En wat krijgt u dan van me?
- Dat is 2x 2,20 is 4 euro 40, graag.
- Wat zegt u nu? 4 euro 40? Dat is toch zo ongeveer tien gulden? Voor twee ijsco's? Maar dat heb ik helemaal niet bij me! We gingen even wandelen, toen vond ik dertig eurocent in mijn broekzak en ik zei: Lies, wil jij een lekkere ijsco? O jee...! Ik ben heel lang niet in een ijssalon geweest, moet u weten. Ik dacht: een ijsco kost vijftien cent... Maar vijf gulden voor één ijsco... tjonge, jonge. Nou, dan gaan we maar weer. Kom mee, Lies, de mensen worden nu boos.
- Ik wil een ijsco!
- Even doorlopen, Lies. Als we thuis zijn doe ik wat blokjes ijs uit de ijskast in een beker. Heb jij ook een ijsco. Goed?





zaterdag 19 april 2003 09:20  verstuur

Hertslieg wielkomme



'Hertslieg wielkomme in unsere pension. Eerst wolte ieg etwas sagen uuber die naam. Wier haben es hotel-stoot-je-hoofd-niet genant omdas es hier ziemlieg klein iest. Und toch haben wier hier miet zechs kindere gewoont. Unglaublieg ist es niegt?

Aber jetst ziend die kinder das haus aus und haben wier gedacht was sollen wier toen miet die kinderkammer. Und zo kwamen wier auf das idee von das pension.

Gerne neem ieg die hausregels miet sie doerg.

Eerst uuber die stapelbette. Die bette sind vunf etagen hoch, sage maar, wier wollen sie fragen die kindere in die hochste bette te legen. Kein volwassenen in die hochste bette, anders sakken sie durch die bette und das iest niegt de beduling!

Sie mussen erst die kindre in die bette legen und dán pas die opklapbette ausklappen. Anders gehen die kinder auf die opklapbette laufen und das haben wier lieber niegt.

Die wiegtigste regel iest: wen die opklapbette siend ausgeklapt kunnen sie niegt meer laufen. Sorge erfoor das sie voor das schlafen geejen, die wc auf de gang besucht haben.

Sochtends geejen wir uns umbeurten waschen in die kuuchen und dan haben wier um acht uhr das fruustukke. Nemen sie per peroon ein plakje keese biete und die andere boterham miet sjem. Ja?

Morgen sorgen wier, umdas es pasen iest, per persoon fur zwei eieren! Meer eieren mussen sie apart bezalen.

Nau! Ieg sol sagen: nochmals hertslieg wielkomme und ieg hoffe sie haben kute ferien. Was uns betreft sage ieg: das sol waarachtig wol geejen!'





zaterdag 1 februari 2003 15:38  verstuur

De screentest
kort verhaal

Beeldvergroting:

'Ik ben Jelle van Boven en ik ben twaalf jaar', zei de jongen. Hij stond stokstijf, met gebogen hoofd naar de grond turend, verloren in de leegte van de gymnastiekzaal.

'En waarom wil jij bij de film?', vroeg Hans vanachter de lange tafel, die voor de wandrekken stond opgesteld.
De jongen draaide verlegen het gebogen hoofd heen en weer.
'Nou... omdat ik het leuk vind', zei hij na een lange stilte, nauwelijks verstaanbaar.
'Ik weet niet...'
'Okay,' zei Hans op besliste toon, 'dan weten we genoeg. Je hoort nog van ons. Dag!'

De jongen draaide zich om en holde naar de deur, die hij met een klap achter zich dichtgooide.

'Godallemachtig', zei Hans, met een diepe zucht, tegen de vrouw en de man die hem achter de tafel flankeerden. 'Dit wordt een helse klus.'

De screentests voor de film Kees de Jongen waren die dag begonnen.
De productiemaatschappij had de kandidaten voor de belangrijkste rollen - die van Kees Bakels en Rosa Overbeek - op een moderne manier willen werven.
Via Internet was een dialoog uit het script verspreid, met de vraag die scène zelf op video te zetten en de band op te sturen.

Meer dan tweehonderd erbarmelijke filmpjes waren binnengekomen. Jongetjes, die wanhopig steun zochten bij vader of moeder achter de camera. Meisjes van twaalf die, zwaar opgemaakt, een Britney Spears-imitatie ten beste gaven.

Casting-director Hans besloot dertig jongens en negentien meisjes op te roepen voor een lijfelijke ontmoeting. Een eerste ronde. De costumiëre en de opnameleider keken mee en ze wisten nu al dat het maanden zou kosten de goede Kees en Rosa te vinden. Als ze er tien hadden geselecteerd, zouden de echte cameraproeven plaatsvinden, onder leiding van de producent en de regisseur.

'De volgende!', schreeuwde Hans, zo hard, dat zijn stem zou doordringen tot de kleedkamer, die mudjevol zat met kandidaten en hun ouders.

De deur van de gymnastiekzaal werd opengeworpen en een man met een woeste, grijze haardos rende op grote witte gymschoenen naar het midden van de zaal, richtte zich naar de tafel met de commissie van drie en stak met luide stem van wal:

'Vele mensen schijnen Kees Bakels niet eens te hebben gekend, en dat is eigenlijk niet goed te begrijpen', loeide de man, op de toon van een voordrachtskunstenaar van voor de Tweede Wereldoorlog. 'Is hij niet zowat de belangrijkste jongen geweest, die ooit bestaan heeft? Alleen door wat ongelukkige toevalligheden...'

'Ho, ho!,' onderbrak Hans hem, 'mag ik vragen: wie bent u?'

'Mijn naam is de heer Harry de Laat en ik ben de grootste Kees de Jongen-kenner van Nederland', zei de man. 'Ik ken het hele boek van buiten en ik vervolg met de proloog.'
Hij zette de voordrachtstoon weer op.
'Alleen door wat ongelukkige toevalligheden is hij geen beroemd man geworden, maar dat kon hij toch niet helpen? In ieder geval...'

De commissieleden hadden elkaar verbijsterd aangekeken.
'Maar meneer,' zei Hans, 'we zijn bezig met de screentest voor Kees. Dit is geen literaire middag of zo, hoor.'

'Weet ik,' zei de man, 'daar kom ik voor. Ik ben namelijk de Kees die u zoekt.'

'Een jongen van twaalf zoeken we, dus u begrijpt...'

'Maar de belangrijkste figuur uit de Nederlandse literatuur kunt u toch niet in handen geven van een jongetje van twaalf!' De man kreeg nu een bozige toon in zijn stem.
'Wat denkt u wel! Een schande voor de nagedachtenis van de grote Theo Thijssen. Ik weet alles van Kees de Jongen. Ik BEN als het ware Kees de Jongen. Kees moet gespeeld worden door een man van minimaal vijftig jaar. Dan heb je de rijpheid en de levenservaring om zo'n rol aan te kunnen!'

De drie achter de tafel schoven op hun stoelen. Hoe kregen ze deze gek de zaal uit?

'Dank u voor uw komst,' probeerde Hans, 'u hoort nog van ons. Goedemiddag.'

'En dan demonstreer ik nu voor u: de enige echte zwembadpas!', schreeuwde de man.
Hij stiefelde naar de zijkant van de zaal, leek een aanloop te nemen, boog voorover en zette af. Klapwiekend met zijn armen fladderde hij door de zaal.
De vrouw en mannen achter de tafel schoten spontaan in de lach.
'Dit is een nieuw soort Idols', hikte de costumiëre. De opnameleider had zijn gezicht in zijn handen verborgen.

De man molenwiekte nog een rondje. Maar er ging iets faliekant mis...
Hij struikelde over zijn eigen grote sportschoenen, gleed uit en kwam met een smak op de vloer terecht.

'Meneer, zo is het genoeg!,' zei Hans beslist, 'wilt u nu de zaal verlaten, alstublieft.'

De in elkaar geklapte man bleef even stil op de vloer liggen.
Toen zei hij met een heel andere stem - hoog en bijna kermend en het ging door merg en been:

'Sorry, ik kan niet meer opstaan. Er is geloof ik iets gebroken.'





zondag 13 oktober 2002 20:40  verstuur

De Pannenkoekenboot
Een uur varen...én onbeperkt pannenkoeken eten!

Beeldvergroting:

Citaat uit de site van de pannenkoekenboot:

'Een uur varen... én onbeperkt pannenkoeken eten! Dit kan aan boord van deze varende pannenkoekenrestaurants. In een ongedwongen sfeer kunt u een uur varen én onbeperkt pannenkoeken eten. Zodra de boot afvaart, opent de kapitein het pannenkoekenbuffet. U mag daarvan zo veel pannenkoeken halen als u wilt. Op het buffet staan drie soorten pannenkoeken. Naturel, appel en spek en allerlei gerechten om de pannenkoeken mee te garneren, zoals kaas, ham, vruchtjes, jam en hagelslag. Natuurlijk staat er op iedere tafel stroop en poedersuiker.'
-------
De kapitein van de pannenkoekenboot nam het sportief op. Hij vond het een prachtige stunt. Ze hadden hem wel even van tevoren moeten bellen. Had hij extra beslag en meer pannenkoekenmatrozen kunnen werven.
Maar het idee was spontaan opgekomen bij Jeroen, Max en Theo - ze zagen de pannenkoekenboot aan de kade liggen, ze lazen 'onbeperkt pannenkoeken eten? en ze riepen in koor: 'Guiness Book of Records!'

De kapitein had het pannenkoekenbuffet nog niet geopend, of de poedersuiker vloog al door de lucht.
Na zijn derde liep Max met zijn pannenkoeken niet meer terug naar zijn zitplaats in de kajuit - hij stelde zich op aan het buffet, propte met zijn linkerhand een pannenkoek naar binnen, om met zijn rechterhand naar de volgende te grijpen.

Theo dacht na zijn twaalfde pannenkoek: wie zegt dat ze belegd moeten zijn? Dat staat nergens. Dus nam hij een schaal met vijftig pannenkoeken-naturel mee naar het bovenste dek, maar op de tweede trap was de schaal al leeg.

Jeroen was nog wel begonnen op elke pannenkoek een lik stroop te kwakken, maar bij z'n vijftiende ging ook hij op naturel over. Na nummertje twintig kwam hij tot de ontdekking hoe je er twee, ja, wel vier tegelijk kon eten: door de pannenkoeken stijf op te rollen, ze alle vier in de mond te steken, het hoofd achterover te buigen, de pannenkoeken al kauwend en slikkend naar binnen te laten glijden en ondertussen met de vrije handen de verse vier te rollen.

Toen de pannenkoekenboot na een uur varen weer lag afgemeerd in de pannenkoekenhaven en de kapitein de door het trio gegeten pannenkoeken bij elkaar optelde, kwam hij tot een eindresultaat van 598 pannenkoeken. Hij gaf meteen opdracht aan de marconist het bericht naar de Guinessjury in Londen door te seinen. Helaas liet de verlossende bevestiging van het record wegens de dichte mist nog op zich wachten.
Trouwens, ze wisten niet eens op hoeveel pannenkoeken het vorige record stond. Maar de kapitein was ervan overtuigd dat het record was verbeterd - 598 pannenkoeken in één uur was volgens hem een unicum. Hij had in ruim veertig jaar pannenkoekenvaren zoiets niet eerder meegemaakt.

De voltallige pannenkoekenbemanning stond op het dek aangetreden - de gezichten wit van het verstoven bloem, de uniformen besmeurd met klieders beslag - toen Jeroen, Max en Theo, elkaar ondersteunend, de loopplank afstrompelden.
Met drie hoera's beloonden de pannenkoekenmatrozen het dappere drietal, waarbij ze de platte petten hoog in de lucht wierpen.





vrijdag 4 oktober 2002 12:20  verstuur

Gerrit

Beeldvergroting: E. Oosting, ?Gerrit?, olie op linnen, 80x 60 cm
E. Oosting, 'Gerrit', olie op linnen, 80x 60 cm

's Avonds rond de klok van halftwaalf verlaat hij het huis via zijn eigen deurtje om de hort op te gaan. Geen idee hoever zijn terrein (jachtgebied) zich uitstrekt, maar sinds ik hem op een middag vele straten verder per ongeluk tegenkwam, weet ik dat het ver is.

Hij is een paar jaar geleden aan komen lopen en nooit meer weggegaan. Gerrit is van jongs af aan gewend zelf besluiten te nemen. Je hoeft hem niets te vertellen. Dat heb ik ook niet gedaan - heb hem nooit bestraffend toegesproken of iets geleerd. Hem hoeft niets geleerd. Gerrit is af.

Het gaat ver, geef ik toe, maar ik behandel Gerrit als een soort heilig dier. Hoe hij zich ook gedraagt, ik pas me aan. Als ik naar bed ga en hij ligt op mijn plaats, dan plooi ik me zo goed en kwaad als het gaat om hem heen. Ik verschuif hem niet, hij zou eens kwaad kunnen worden, het pand verlaten en nooit weerom komen.

Tot nu toe komt hij altijd terug van zijn nachtelijke strooptochten.

Het ontzagwekkende gebeurt op een bepaald moment, middenin de nacht. Wat is het signaal dat Gerrit in de kop krijgt en hem doet besluiten naar huis te gaan?

Hij baant zich een weg door plantsoenen en achtertuinen, steekt nachtelijke straten en pleinen over, klimt over de schutting, bereikt zijn deurtje in het huis - als hij een muis heeft meegebracht, deponeert hij die buit na binnenkomst op de keldervloer - gaat de trap op, springt op bed en geeft mij met zijn neus een duwtje tegen de wang. Het is dan halfdrie in de nacht.

Ik word wakker van het gekriebel van zijn snorharen, begroet hem met een onnozel 'Zo Gerrit, ben je daar?', waarna hij zijn lange, uitheemse poten half over me heen uitstrekt en vrijwel onmiddellijk in een diepe slaap valt.





vrijdag 6 september 2002 13:33  verstuur

Reisverhaal (fragment)



Twee bewoners uit dezelfde streek die elkaar kennen en willen groeten, doen zulks langs de lijnen van een tamelijk ingewikkeld ritueel.

Men nadert elkaar tot op korte afstand, maar in plaats van het geven en drukken van handen, slaat men elkaar stevig om de oren. Met de rechterhand geeft men de ander een dusdanige slag in het gelaat, dat een petsend geluid waarneembaar wordt. De getroffene mept prompt terug met een zo mogelijk hardere pets.

Het aantal van die slagen is onbepaald en kan uitgroeien tot een ware regen, waarbij het tempo wordt opgevoerd en de petsen een cadans krijgen, die de benen aanzetten tot een dans. Het slaan krijgt een ritmisch-muzikale dimensie - het hoofd blijkt uitstekend te kunnen fungeren als snaardrum. Er zijn virtuozen die de slagenwissel tot grote snelheid kunnen opvoeren, waardoor de dansbaarheid van deze 'petsmuziek' toeneemt. Zo draait men al slaand en bewegend enkele minuten om elkander heen.

Bij dit ritueel wordt de vriendschap als het ware getest - door elkaar uitsluitend op de wangen te slaan, wordt bevestigd dat men elkaar dermate hoogacht dat bij deze ontmoeting het gebruik van vuisten en voeten met stompen en schoppen achterwege kan worden gelaten. Is men elkaar daarentegen onvriendelijk of vijandig gezind, dan wordt vrijwel direct overgegaan tot trappen in de maagstreek en het breken van ledematen.

Na dit eerste deel zoeken de beide kennissen of vrienden met hoogrode konen een beschutte plaats in huis of café, waar men overgaat tot het tweede deel van het begroetingsritueel: de bestudering van elkaars geslachtsdelen.





vrijdag 2 augustus 2002 09:29  verstuur

Hierenvien


'Hierenvien? Wie is Hierenvien? Ik ken geen Hierenvien.'

Sinds Ted Demmon zijn taak was begonnen, als grote saneerder op het hoofdkantoor in San Jose, had zijn ruwe manier van omgaan met mensen, al menig employee het angstzweet op de bovenlip bezorgd.

'Nee meneer, het is geen personeelslid, het is een plaatsnaam', zei Jim O'Neill, die het al drie maanden langer uithield onder Ted Demmon dan zijn twee voorgangers.

'En waar in de hel mag Hierenvien dan wel liggen?' Het was duidelijk dat Ted vandaag resultaten wilde zien.

'In de Nederlanden, meneer,' zei Jim zacht en omdat hij zeker wist dat Ted geen idee had, voegde hij er meteen gedienstig aan toe: 'in Europa, meneer, wij zijn daar in ?98 een assemblagefabriek begonnen, voor de computers van HP.'

Ted Demmon blies zijn wangen bol en liet lucht ontsnappen om aan te geven dat hij zoiets krankzinnigs zelden had gehoord.

'De Nederlanden - de naam zegt het al, wie gaat er nou een fabriek neerzetten in landen die van zichzelf al down zijn.'
Jim lachte iets te nadrukkelijk om het grapje van de baas. Hij was zelf indertijd voorstander geweest van de expansie in Europa.
'Het klimaat was op dat moment heel erg gunstig,' legde hij Ted haastig uit, 'de regering van de Nederlanden wilde dolgraag het noorden ontwikkelen. Een computerfabriek uit de VS - we werden als goden ontvangen. We kregen geld toe, miljoenen dollars aan subsidie, zomaar in het handje!'

'Die buitenlanders zijn volstrekt gek,' wist Ted zeker,'hoeveel besparen we op Hierenvien?'

'Er zijn daar nog 400 arbeidsplaatsen bezet - als we de gebouwen verkopen, komen we misschien nog redelijk uit. Besparing: 50 miljoen op jaarbasis.'

'Okay, hebben ze telefoon in de Nederlanden? Bel ze meteen. De boel gaat plat. En informeer meteen bij hun regering of er een subsidie wordt gegeven bij sluiting van een bedrijf.'

'Ja meneer', zei Jim zijn papieren bij elkaar vegend. Dat laatste was vast zo'n typisch Ted Demmon-grapje.





maandag 8 juli 2002 22:54  verstuur

Eindexamenfeest


Het eindexamenfeest zou gevierd worden in Spanje, met de hele klas. Maar het was nog helemaal de vraag of Linda mee mocht.

'Ze heeft het wel verdiend', vond mama.

Linda Wagemaker had gelukkig schitterende cijfers op haar Gymnasiumdiploma verzameld: Latijn een 9, Grieks een 8.

'Maar waarom moet dat zover weg?' zei papa zuinigjes, 'je kunt toch een klasse-avond bij ons thuis geven? Hoeven wij heus niet bij te zijn. Gaan mama en ik gewoon een weekendje naar het huis in Zeeland.'

'He nee pap, dat is te kinderachtig. Op het Loesbekcollege zijn ze ook naar Salou geweest. Schijnt fantastisch te zijn.'

'En waar ligt dat Salou dan?' vroeg papa en hij ging er de Times Word Atlas bijhalen.

'Mmm, de Costa Daurada,' prevelde hij goedkeurend, nadat hij het plaatsje aan de Spaanse kust eindelijk gevonden had, 'een interessante streek. Je moet daar goed op de Moorse invloed in de bouwstijlen letten. Tref je daar nog overal aan. En jullie kunnen een dagje naar Barcelona. De Gaudigebouwen, schitterend... moet je gezien hebben.'

Linda begreep dat ze het pleit gewonnen had.

Ze kreeg de mobiele telefoon van papa mee en ze zou meteen bellen als ze waren aangekomen.

'Waarom belt ze niet!', had papa die avond tien keer en steeds luider gezegd.
Eindelijk ging de telefoon, het was halftwee.
Boven een stampend feestlawaai uit, hoorde hij een stem die misschien die van Linda was.
'Het is hier geweldig, pap', schreeuwde de stem.
'Waar ben je nu, schat?', riep papa terug.
'In de Prins van Oranje, en 't is werkelijk te gek hier! Nou, ik moet stoppen, daaag!' Weg was de stem.
In papa's oren toeterde het feestgebonk nog na.
'Waar is ze?', vroeg mama slaperig.
?In Salou, in de Prins van Oranje?, zei papa, die ineens een idee kreeg. Hij ging naar zijn studeerkamer schakelde zijn computer in en tikte de naam van het café.

Van het plaatje op het scherm deinsde hij even achteruit. En met verbijstering beluisterde hij het feestlied dat uit de speakers schalde en de nachtelijke stilte van Huize Wagemaker wreed verstoorde.





dinsdag 14 mei 2002 13:13  verstuur

De Sloper

Beeldvergroting: (opklikken tot leesbaar)
(opklikken tot leesbaar)

Bijgaand knipsel draag ik al een jaar met me mee. Twee keer deed ik een poging tot het schrijven van een verhaal met dit bericht als uitgangspunt; het resultaat bleef onbevredigend.
Ach, lees het even, voor we verder gaan.

Intrigerend, niet? Op een tocht van dertig kilometer gedurende een maand hopeloos verdwalen...

Autosloper sloopt, maar kalefatert ook op. Japanse auto?s. Wacht op onderdelen uit Japan. ?Duurt me te lang, ga ik zelf halen.? Aankomst op de luchthaven van Tokyo. Sloper laat adres zien aan taxichauffeur.

Maar dan?

Makkelijke oplossing: sloper zoekt hotel, chauffeur maakt duidelijk dat sloper bij hem kan logeren, sloper raakt opgenomen in gezin, wordt verliefd op dochter en vergeet ruimte en tijd. Ja, hè, hè.

Moeilijker: sloper raakt geheel ontregeld door andere cultuur en onverstaanbare taal en we volgen hem op zijn krankzinnige dooltocht, vol avonturen en vreemde ontmoetingen, op zoek naar een sloopbedrijf dat nimmer wordt gevonden.

Om zo'n onderneming tot een goed einde te brengen moet de Franz Kafka van de 21e eeuw zich over het thema buigen.
Ben ik niet.
Dus geef ik het knipsel vrij, zodat iedere lezer er de eigen fantasie op los kan laten.





dinsdag 26 maart 2002 12:07  verstuur

Inburgeren



Mag ik u het volgende 'waar gebeurde' verhaal vertellen?

Op een avond, een jaar of vijf geleden, werd er aangebeld en voor de deur stond de man die ik alleen kende van groeten. Een oudere Marokkaan, wit baardje, lang gewaad, muts op, die mij, als ik hem in het dorp tegenkwam, altijd lachend groette. Zou hij me wel eens op tv hebben gezien? Hoe wist hij waar ik woonde?

'Kun jij helpen?', vroeg de man. Volgde een in gebroken Nederlands verteld treurig verhaal, waaruit bleek dat de zuster van zijn vrouw tijdens een bevalling was overleden. Of ik zo goed wilde zijn hem en zijn vrouw per auto naar de familie van de overledene te brengen.

Ik zegde toe hen de volgende dag te zullen brengen. Waar moesten we heen?
Dat wist de man niet. 'Ergens in België', was het enige dat ik te weten kwam.
'Maar hebt u dan geen adres?', vroeg ik bezorgd.
'Adres hier', zei de man, op zijn hoofd tikkend.

De volgende ochtend gingen we op weg. De vrouw achterin, de man naast mij.
Naar België zonder adres?
Uit het tamelijk moeizame gesprek dat we voerden begreep ik, dat de man al twintig jaar werkte op de kartonfabriek bij ons in de gemeente, dat hij analfabeet was en dat hij de weg naar zijn familie in België eenmaal eerder had afgelegd, in de auto van een zoon (die teruggekeerd was naar Marokko).

'Maar hoe heet de plaats dan waar we moeten zijn?', vroeg ik en ik wees op een wegenkaart van België, die ik voor al mijn zekerheid in het zijvak van een portier had gestoken.
'M...? M...?', het was de enige letter, voor hem een klank, die hij wist te produceren.

Na Antwerpen verlieten we de snelweg en bij elk verkeersbord keek ik hulpeloos opzij.
'Daar', wees hij, zonder nadenken, met zijn hand naar links of rechts wijzend.
Mijn gids keek nu oplettender naar het landschap, maar nog altijd kreeg ik duidelijke aanwijzingen.

We bereikten het dorp Moorsel, ergens in de buurt van Aalst. 'Goed!', zei hij, 'M...!'
Straatnaam en huisnummer zou hij niet kunnen zeggen, maar wel wijzen.
En zo arriveerden we, na een rit van twee uur, voor het huis van de zuster van zijn vrouw.

Een tocht die hij, ik herhaal het feit, één keer eerder had gemaakt.

Stel dat ik zou emigreren naar Marokko en ik werd verplicht een inburgeringscursus te volgen - ik denk dat ik in grote problemen zou geraken.





dinsdag 19 maart 2002 08:21  verstuur

Het voorbeeld


KORT VERHAAL

Zondag genoot de dichter Sijmen van Woelgeest van zijn avondje vrij.
De door zijn uitgeverij georganiseerde Boekenweektoernee, die hem in plaatsen als Vlodrup, Maarssen, Winterswijk en Raalte had gebracht, gunde hem een rustdag.

Tot nu toe waren de voorleesavonden redelijk verlopen. Het gemiddelde bezoekersaantal in de bibliotheekzaaltjes schommelde ronde de 45 en in totaal had hij 63 bij de uitgang verkochte exemplaren van zijn bundel De Liefste/DeCyclus van zijn handtekening voorzien.

Minder succesvol verliepen de afterparty's. De zaaltjes stroomden na afloop opmerkelijk snel leeg, maar, verzekerde het bibliotheekpersoneel hem, dat was vooral te wijten aan slecht provinciaal openbaar vervoer.
'We moeten de bus nog halen', vormde het meest gehoorde excuus van de aanwezigen die zich rap uit de voeten maakten.

Meestal lag hij al om halfelf op de geruite sprei van zijn hotelkamerbed. Alleen.
De droom van de dichter - in elk stadje een ander literatuurgevoelig schatje - was tot op heden niet uitgekomen.
Ja, in Winterswijk was een pittige bibliothecaresse meegegaan 'om wat te drinken'. Ze bleek 'ontzettend veel te houden van het werk van Gerrit Achterberg' en Sijmen had alle zeilen bij moeten zetten, want in het werk van Achterberg had hij de laatste vijfentwintig jaar geen blik meer geworpen.
Na een uur bleek dat Sandrien de wachttijd zat te overbruggen tussen Sijmens lezing en een verloofde-met-auto die haar kwam afhalen.
(Sijmen deed overmatig slijmerig tegen de verloofde - 'wat een meesterlijke auto' - om zijn werkelijke intenties te verbergen.)

Nu lag hij thuis op zijn eigen bank, een pilsje voor zich op de grond, te genieten van zijn vrije avond.
De AVRO vertoonde een documentaire over collega Jean Pierre Rawie.
Aanvankelijk voorzag Sijmen de beelden van Rawie's dandy-achtige gestalte, van misprijzend gesnuif.
'Pfff... wat een blaaskaak! Tsss... je moet maar durven!'

Met Rawie's werk had Sijmen dus weinig op. 'Erger dan Nel Benschop.''De Anton Pieck van de Nederlandse literatuur.'
Maar naarmate de documentaire vorderde, slonk Sijmens minachting. Hij ging er zelfs rechtop voor zitten.

Vooral de beelden van Rawie's voorleesavonden fascineerden hem. Daar zat wel even wat ander publiek dan de muisgrijze stellen waaruit zijn gehoor voornamelijk bestond.
Net-niet-te-oude overheerlijke vrouwen, langharige, blonde meisjes met vrolijke oorbellen, zaten aan Rawie's voeten en dronken ieder gedicht in, als waren het mooiere sonnetten dan die van Bocaccio.
'Als het me even tegenzit in het leven,' zei een van de overheerlijke vrouwen, 'ga ik vroeg naar bed met alle bundels van Jean Pierre Rawie en dan kan ik er de volgende dag weer helemaal tegen.'

Krantenknipsels met overlijdensadvertenties kwamen nu in beeld, die openden met een citaat van Rawie. Niet twee, maar wel dertig keer hadden nabestaanden kracht geput uit Rawie's gedichten.

En toen de dichter de cameraploeg op een zoektocht over een kerkhof had gevoerd en met nauwelijks te verbergen trots een zerk aanwees, waar een gedicht van zijn hand in het marmer was vereeuwigd, sloeg Sijmens minachting om in bewondering.

'Is Jean Pierre Rawie niet de enige, echte Dichter des Vaderlands?' vroeg hij zich hardop af.

'Rawie's werk vervult een belangrijke functie van het dichterschap,' zei een ondervraagde vriend in de docu, 'hij vindt de woorden voor mensen die in hun verdriet machteloos zonder woorden staan.'

Wat is er eigenlijk tegen, dacht Sijmen, je moet de clichés ambachtelijk doortimmerd opschrijven. Alle clichés zijn waar. En tegenover de dood zijn alle clichés gerechtvaardigd.
Ja, Gerrit Achterberg dacht daar anders over. Maar wie, behalve Sandrien in Winterswijk, leest er nog Achterberg?

Hij pakte de toerneelijst van tafel. Morgen Ruurlo. Hij moest het daar meteen anders aanpakken.
Belangrijke les uit de film: wat moest hij aantrekken? Ergens hing nog wel een stropdas in de kast, als'ie die nu eens niet normaal strikte, maar in een grote knoop onder zijn kin legde, als een artistieke foulard, of hoe heette zoiets?

En hij moest nieuw werk presenteren. Hij zocht meteen naar pen en schrijfblok.
Het was jammer dat zijn vader en moeder nog leefden. Hoewel... wie wist dat in Ruurlo?

O, moeder, nog zie ik je oude benen handen
op het laken van het eenzaam echt'lijk bed.
Gesmeed zijn wij met hechte banden,
blijvend, na finale scheiding onverlet.

Nog niet helemaal goed, maar als je het ritme te pakken had, rolden de regels er zo uit. Die benen handen waren al een vondst van de eerste orde.
Als hij vannacht stevig doorhaalde, zouden ze in Ruurlo 's wat beleven.

Niet vergeten, dacht Sijmen en op een notitieblaadje noteerde hij:
Morgen:
schoon ondergoed mee!





donderdag 14 maart 2002 21:49  verstuur

Synopsis


Een alleenling, licht contactgestoord, in zichzelf teruggetrokken.
Nou 's niet arm en zielig, maar welgesteld. Leeft van groot familievermogen.
Kinderloos, 59 jaar, zijn vrouw is twee jaar geleden overleden.
Heeft zich in kapitale villa omringd met de duurste modernica: computers, beveiligingsinstallaties, satellietschotels. Toch eenzaam en alleen.
Koopt een Chrysler SE voorzien van navigatie-apparatuur: tik een adres in en een stem uit de boordcomputer leidt je naar je bestemming.
Global Positioning with Voice Guidance.
Een Nederlands sprekende vrouwenstem. 'Ga bij de volgende kruising rechtsaf.'
De man (Herbert?) wordt verliefd op vrouwenstem.
Rijdt dagen rond, op aanwijzingen van de stem.
Herbert noemt haar Karin.
Dialogen met Karin.

- U nadert een rotonde.
- Ja, lieve schat, dat zie ik ook wel.
- Bij de tweede zijstraat, linksaf.
- En? Zijn we er dan? Woon je daar?Obsessie voor de stem groeit. Wie is Karin, waar woont ze?
Herbert tikt radeloos adressen in, rijdt dagelijks honderden kilometers door half Europa, nooit vertelt Karin waar ze woont.
Obsessie wordt storing. De firma van de navigatiecomputer houdt Karin voor hem verborgen.
Hij moet naar het hoofdkantoor. Ze houden Karin daar gevangen.
Herbert zoekt contact met de criminaliteit. Koopt automatisch wapen.
Hij parkeert voor de kantoortoren waarin firma is gevestigd.
Enzovoorts.

De novelle is nog niet geschreven. Ik kreeg het idee gisteren.
Had in deze Boekenweek moeten verschijnen.
Ik ben te laat. Jammer.





donderdag 7 maart 2002 21:01  verstuur

De Liefste


'U spreekt met de telefoonbeantwoorder van Hetty van Maren, ik ben er even niet, spreekt u een boodschap in na de pieptoon en ik bel u terug. Dag!'

Nog voor de pieptoon klinken kon, verbrak Sijmen van Woelgeest de verbinding.
Hetty van Maren... ze had de voicemailboodschap opnieuw ingesproken. Na twee dagen al was Hetty van Woelgeest weer Hetty van Maren geworden.

Hij gooide zijn mobieltje op het bed. Op de vensterbank steunend keek hij van boven op het doodstille pleintje.
Het was dus definitief. Haar 'Dag!' had opgewekt geklonken, alsof ze er vanuit ging dat ze alleen door leuke, nieuwe kennissen kon worden gebeld. Niet door hem, 'de gorevuileviezeklootzak' van twee dagen geleden.

Langzaam drong het tot hem door dat het pleintje beneden het beeld was van zijn eigen toekomst. Leeg.

Hij had zakelijk willen klinken. Wanneer hij zijn boeken en manuscripten had kunnen ophalen. Op een moment dat ze niet thuis zou zijn, zodat ze hem niet hoefde zien.
Maar haar nieuwe leven was al begonnen. Het nieuwe leven onder haar oude naam.

'Daar zijn vrienden voor', had Geert gezegd, toen hij Sijmen middenin de nacht opendeed. 'Ben je gek, joh, begrijp ik, de zolderkamer staat tot je beschikking. We hadden het aan zien komen.'
En Geert, in een blauwe badjas en op sloffen (droeg Geert sloffen?) had hem schone lakens mee naar boven gegeven.

Hoe lang kon hij hier blijven? Hooguit tot zaterdag.

Gelukkig begon over een paar dagen de Boekenweek. Op de uitgeverij hadden ze een tournee uitgestippeld, die hem in tien dagen door het hele land zou voeren. Voorlopig was hij onder de pannen. Onder de mensen. Veel mensen. Zalen. Nagesprekken. Drankjes. Hotelkamers. Vrouwen?
Hij probeerde het beeld van het bibliotheekzaaltje in een uitgestorven, donker Vlodrup - de eerste van de reeks - niet tot zijn geest toe te laten.

'We zijn heel blij met het thema', had zijn redactrice gezegd, 'met jouw optredens kunnen we het literaire karakter van onze uitgeverij extra benadrukken.'

De Liefde
'Sijmen van Woelgeest leest voor uit zijn bundel De Liefste/de Cyclus.'
Twee jaar geleden verschenen en nu pas ging de uitgeverij er 'iets mee doen'.

Achtenveertig gedichten. De meest hartstochtelijke, sensitieve, erotische uit zijn zeven bundels.

Ineens schoot hem de opdracht van de bundel te binnen.

'Voor Hetty, de Liefste'

Die zou hij maar niet voorlezen.