Bieslog - Eens een padvinder, altijd een padvinder?
  Klik op de hut voor bezichtiging


  webcam in redactielokaal (werkt niet meer)

 Hoofdredacteur Wim de Bie leest alle reacties - redactie@bieslog.nl

Url = verwijzing naar andere site

beluister = hoorspel, reportage, geluidsact

Video = filmpjes

= bijlagen
De foto's zijn vergrootbaar tot de originele afmetingen.





Eens een padvinder, altijd een padvinder?



woensdag 1 augustus 2007 17:17  verstuur

Scouting 100 jaar (2)


Over mijn tijd bij de padvinderij mag ik zo af en toe een beetje lacherig doen, nu ik eens naga wat ik er op Bieslog over heb geschreven, lijkt die periode toch grotere invloed op mijn leven te hebben gehad dan ik misschien wil toegeven.

Zie het nieuwe dossier in de linkerbalk.

Zeven jaar in een geüniformeerde beweging rondstappen, onder de tucht van regels, wetten en beloften, laat zijn sporen na.

Nou, het valt wel mee. Ontsnappen aan een orthodox-religieuze opvoeding lijkt me moeilijker.

Vanmorgen werden een paar 11 à 12-jarige scouts geïnterviewd op Radio 1.
Wat of scouting voor ze betekende?
'Nou het is er gezellig', zei er een.
'Ja, hartstikke gezellig', zei een ander.

- Vraag: maar scouting kent toch een belofte en de vlag wordt gehesen? 'Daar hebben we niets mee. Het is gewoon gezellig.'

En ik betrapte me op de gedachte: 'O, gelukkig. Goed zo!'





woensdag 1 augustus 2007 16:24  verstuur

De hopman zingt een liedje

Beeldvergroting: Frans Rolvink (1923 - 2007)
Frans Rolvink (1923 - 2007)
Beeldvergroting: De Biesloghoofdredacteur, piano, met The Woodpeckers, Diligentia, 1954
De Biesloghoofdredacteur, piano, met The Woodpeckers, Diligentia, 1954

Hij was superstreng.
Het padvindersspel moest voor tweehonderd procent volgens de regels gespeeld. Als je je hoed iets te nonchalant op het hoofd had geplaatst, kreeg je een scherpe reprimande. Onze groep - De Rimboejagers, Groep 77, NPV, District Den Haag - moest een voorbeeldfunctie vervullen.
We waren bang voor onze hopman.
De padvinderij was na de oorlog zeer populair en wij vormden in het grote aanbod een elitegroep - Lord Baden Powell zou tevreden over ons zijn geweest. De hopman was zelden tevreden.

Toen vriend Henk, met wie ik veel vroege herinneringen deel, en ik de vijftig al waren gepasseerd, besloten we op een tocht door Den Haag, bij de hopman langs te gaan. We beklommen zijn portiek op de Laan van Eik en Duinen, we zagen op de deur het naambordje F. Rolvink - 'Hij woont er nog!' - en we maakten zo stil en zo snel mogelijk dat we wegkwamen. We waren nog steeds bang voor hem.

Een paar jaar later probeerden we het nog eens. We belden zelfs aan, de hopman deed open en ontving ons hartelijk. Na ruim veertig jaar zagen we hem terug.
'Wat ben ik idioot streng geweest, niet?', was het eerste wat hij zei, 'maar ik was de jongste hopman van Den Haag en ik moest bewijzen dat ik het aankon.'

Frans Rolvink is gedurende decennia (hoofd)onderwijzer geweest en jeugdleider, heeft dus duizenden jongens gekend, maar hij wist feilloos alle namen 'uit onze tijd'. We deden hem zichtbaar plezier door een paar liedjes te zingen die hij zelf had geschreven. Vooral het lied 'Lieve, kleine stewardess, wanneer zeg jij eens yes' uit de revue 'Ziet u ze vliegen?' brachten we uit volle borst tot een goed einde.

Want - en dat was het bijzondere van deze man - die op het oog door en door keurige heer, had een wufte hobby: hij was een grote fan van The Ramblers, het fameuze swing- en jazzorkest van de VARA. Hij bezat alle platen, bezocht al hun concerten en schreef zelf ook swingende liedjes.

Misschien was het daarom dat onze groep gespecialiseerd was in het uitvoeren van een jaarlijkse revue. Daar repeteerden we maanden voor. En die voorstellingen vonden niet plaats in een lullig gymnastiekzaaltje: de hopman kreeg het voor elkaar dat onze programma's in Diligentia werden opgevoerd - de zaal waarin Wim Kan triomfen vierde.
Tussen alle padvindersactiviteiten die op het toneel aan bod kwamen, stond een vast nummer genoteerd: De Hopman Zingt Een Liedje. Met zijn eigen swingende begeleiding aan de vleugel zong hij daar zijn jazzy nummers. Zijn finest moments.

Door die revues stond ik van mijn achtste tot mijn vijftiende jaar op het toneel van vele zalen in het land en kreeg ik de smaak van het optreden voor publiek te pakken.

De laatste jaren onderhield ik nog contact met de hopman. Hij maakte een vereenzaamde indruk. Van de moderne padvinderij, scouting, moest hij niets hebben. Toen het oude spel met zijn strikte regels en precieze uniformen werd versoepeld, was hij, midden jaren zeventig, uit de beweging gestapt.
Als oud-gemeenteraadslid voor de VVD gaf hij blijk bij de tijd te zijn met een nog altijd messcherpe kijk op de maatschappij; een liberaal van de oude stempel die niets ophad met de huidige VVD. Maar je zou ook kunnen zeggen dat hij verbitterd was geraakt.

Een paar maanden terug belde hij me op. Ik hoorde het aan zijn slepende stem: het ging niet goed. Hij had een beroerte gekregen en hij woonde in een verzorgingstehuis.
Daar heb ik hem opgezocht. Ik verraste hem met het fotoboek Honderd Jaar Scouting. 'Het is voorbij', zei hij.
Bij het weggaan stond hij erop me, leunend op een stok, naar de uitgang te begeleiden. Daar wuifde hij me uit.

Een week later overleed hij.





woensdag 1 augustus 2007 08:40  verstuur

Scouting 100 jaar

Beeldvergroting: Brownsea Island, 1907: \'...kamperen onder leiding van de oude baas...\'
Brownsea Island, 1907: '...kamperen onder leiding van de oude baas...'

Dit moment wordt beschouwd als de start van de beweging:
Brownsea Island, voor de kust van Engeland - op de ochtend van 1 augustus 1907, acht uur precies, blies de oud-generaal Lord Baden Powell op een Zuidafrikaanse Kuduhoorn.

Verbaasd wreven een paar jongens de slaap uit hun ogen. Ze kampeerden onder leiding van de oude baas een paar dagen op het eiland, sliepen voor het eerst van hun leven in een tent en kregen les in spoorzoeken, vuurmaken en knopenleggen.

Vijfhonderdmiljoen jongens en meisjes zouden hun voorbeeld volgen.





donderdag 3 mei 2007 13:59  verstuur

Herintredende padvinder
100 jaar Scouting

Beeldvergroting: Ian Hislop: \'...bizar en briljant boek...\'
Ian Hislop: '...bizar en briljant boek...'
Beeldvergroting: Herintredende padvinder: \'...vragen om moeilijkheden...\'
Herintredende padvinder: '...vragen om moeilijkheden...'
Beeldvergroting: Herintredende padvinder na herlezing van het boek
Herintredende padvinder na herlezing van het boek

De BBC-kijkers onder ons zullen hem herkennen (zonder hoed):
Ian Hislop is een van de vaste presentatoren van Have I Got News for You. Maar ook uitgever van het satirische tijdschrift Private Eye.

Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de Scoutingbeweging, maakte hij voor BBC4 een programma over Scouting for Boys, het handboek van Lord Baden Powell, dat - na de Bijbel, de Koran en Mao's Rode Boekje - het vierde meest verkochte boek ter wereld is.

Hislop is zelf nooit padvinder geweest - 'op die leeftijd had ik het te druk met het maken van grappen op de padvinderij' - maar hij werd alsnog gegrepen door 'dit bizarre maar ook briljante' boek, waarin de Chief Scout zijn oorlogservaringen in de Zuid-Afrikaanse Boerenoorlog gebruikte bij zijn ontwerp van het padvindersspel, dat binnen enkele jaren door miljoenen jongeren over de hele wereld werd gespeeld.

Ian Hislop bepleit, zonder een zweem satire, voor een herwaardering van Scouting-oude-stijl. 'Baden Powells' boek behandelt moderne problemen: burgerschap, wat te doen met ontspoorde jeugd en sociale verantwoordelijkheid.'

Behoort een revival van de 'zuivere' padvinderij in Nederland ook tot de mogelijkheden?

Ik heb mijn hoed maar weer eens van zolder gehaald, maar ik zie mij, gewapend met BP's Handboek, nog niet zo gauw op een jongerenhangplek afstappen. Dat is vragen om moeilijkheden.





woensdag 21 februari 2007 08:45  verstuur

Advocaat-hopman gezocht

Beeldvergroting: (de Volkskrant, vandaag)
(de Volkskrant, vandaag)

De Hells Angels vergelijken met de padvinderij, zoals hun advocaat meent te moeten doen?
Is er één Hells Angel die de belofte heeft afgelegd 'mijn plicht te doen tegenover God en mijn land' en 'iedereen te helpen waar ik kan'?

Onder de miljoenen oud-padvinders in Nederland voelen velen zich aangetast in eer en goede naam.

Welke advocaat (bij voorkeur een ex-hopman) dient een justitiële klacht in?

De gezamenlijke media zitten dringend verlegen om een nieuwe hype in de rechtbanksfeer.





zondag 9 oktober 2005 14:04  verstuur

Twee liefdesverklaringen (2)
hier klopt iets niet

Beeldvergroting: 29 mei 1948: \'...tegenover God en mijn land...\'
29 mei 1948: '...tegenover God en mijn land...'

'Maak dat de kat wijs, De Bie! Dat is geen handschrift van een meisje van acht, negen jaar. Je hebt dat briefje vervalst.'

Nee, mailschrijvers, ik verklaar met de hand op het hart dat ik de liefdesverklaring van Wiesje ruim een halve eeuw in een doos heb bewaard.
Maar ik geef toe, dat u gelijk kunt hebben. Hier klopt iets niet.
Heeft een oudere zus van Wiesje of haar moeder haar een handje geholpen?
Ah! Vandaar dat ik me geen raad wist met deze te heftige liefdesbetuiging.

Op de foto - gedateerd 29 mei 1948 - sta ik in het midden en ik heb de welpenbelofte afgelegd aan mijn akela. We hebben elkaar zojuist de linkerhand gegeven, nadat ik hardop en plechtig heb gezegd:

'Ik beloof mijn best te zullen doen mijn plicht te doen tegenover God en mijn land en de wet van de welpenhorde te gehoorzamen en iedere dag een goede daad te doen.'

Hier klopt iets niet.
Ik heb beloofd normen en waarden te respecteren (ik heb ook geleerd dat ik 'rein in woord en daad' moest zijn) en nog in datzelfde jaar beklad ik de woning van een meisje met onwelvoeglijke schuttingtaal.

Als je nooit iets belooft, kun je ook nooit in de fout gaan.
Hè, wat kom ik daar pas laat achter!





zaterdag 8 oktober 2005 20:17  verstuur

Twee liefdesverklaringen
autobieografische bekentenis

Beeldvergroting: Liefdesverklaring 1
Liefdesverklaring 1
Beeldvergroting: Liefdesverklaring 2
Liefdesverklaring 2

Zo langzamerhand moet ik gaan toegeven dat ik veel fouten in mijn leven heb gemaakt.
Pijnlijke tekortkomingen, schrijnende lompigheden, ze rijen zich aaneen.
Ja, zeker ook op liefdesgebied (want dat willen jullie toch het liefste horen).

Sinds vanmiddag weet ik dat het in het begin al helemaal niet goed zat.

Eerder heb ik al verteld hoe ik een eerste schriftelijke liefdesverklaring heb achtergelaten op het huis aan de Laan van Meerdervoort waar Wiesje Parlevliet woonde, een meisje uit mijn klas.
Hoe ik op het betonnen dakje boven de buitendeur van haar flatgebouw met onbeholpen hanenpoten had geschreven:
kut
lul
Decennia later waren die woorden nog leesbaar en kon ik er een foto van maken (zie afbeelding: Liefdesverklaring 1, of tik in de linkerbalk de zoekterm Liefdesverklaring in).

Ik vond het wel een stoer verhaal, geloof ik. Op etentjes en feestjes liet ik de foto regelmatig zien, in de hoop dat de aanwezige dames zouden denken: zo, dat kereltje stond al heel vroeg zijn mannetje!

Vanmiddag kwam uit een vergeten archiefdoos een met potlood beschreven velletje papier tevoorschijn (afbeelding: Liefdesverklaring 2).

2-10-'48
Ik, Louise (Carolina) Margaretha, Carolina
verklaar aan
Wim de Bie
openlijk dat ik hem liefheb!
Dat de Liefde wederkerig
moge zijn.
Hierbij teken ik,
zeer achtbare liefst lieveling
Wies Parlevliet

Wat me nu al uren bezighoudt, is de mogelijke volgorde waarin de verklaringen zijn uitgewisseld.
Heeft eerst Wiesje haar papier in mijn jaszak gestopt en reageerde ik met mijn schandelijke agressieve twee drieletterwoorden?
In dat geval moet ik een psychiater zoeken, die mij alsnog uitleg kan verschaffen.

Of ontdekte Wiesje mijn tekst boven haar voordeur, waarna ze haar hartstochtelijke brief is gaan schrijven.
Als dat zo is, vraag ik of Wies, mocht ze dit stukje onder ogen krijgen, mij eens wil e-mailen.

Omdat ik me niet kan herinneren dat het tussen ons iets is geworden, vrees ik dat de eerste volgorde de waarschijnlijkste is.
Goed, we waren acht jaar, 'het leven moest nog beginnen', maar zo'n begin is belangrijk (zal de psychiater mij ongetwijfeld uitleggen).

Van Wiesje heb ik nooit meer iets gehoord, maar ik vermoed dat het met haar wel goed is gegaan. Ik hoop het zo.





zaterdag 17 september 2005 16:01  verstuur

Verzoekschrift van de oud-voortrekkers (2)


Van: het Secretariaat van H.K.H. Prinses Máxima
Aan: J. Th. Zorgwijk

Geachte heer,

Hierbij bevestig ik de ontvangst van uw verzoekschrift.

Helaas kunnen wij niet tot behandeling van dit verzoek overgaan.
De Internal Security Service van ons Secretariaat heeft uw brief onderzocht en in beslag genomen.

Een eerste onderzoek wijst uit dat de naam J. Th. Zorgwijk niet als zodanig voorkomt in de analen van Scouting Nederland of de voormalige NPV.
Wel is duidelijk geworden dat u de functietitel oûbaas ten onrechte voert.
In de Nederlandse Oûbaas Database, die de namen van alle 789 in Nederland geregistreerde oûbazen bevat, wordt de naam Zorgwijk niet vermeld.

Wij brengen u onder de aandacht dat uw brief is doorgezonden naar de Rijksrecherche.

W.g.
Mej. H. M. T. G. van Halen
Secretariaat H.K.H. Prinses Máxima





zaterdag 17 september 2005 13:13  verstuur

Verzoekschrift van de oud-voortrekkers
Aan HKH Prinses Máxima

Beeldvergroting: (Trouw)
(Trouw)
Beeldvergroting: H.K.H. Prinses Irene in padvindstersuniform, Baarn, 25-6-1949
H.K.H. Prinses Irene in padvindstersuniform, Baarn, 25-6-1949

Koninklijke Hoogheid,

Tot onze grote vreugde hebt u zich bereid verklaard Beschermvrouwe te willen zijn van de nog immer grootste jeugdorganisatie van ons land, Scouting Nederland.

Wij, oud-leden van de voormalige NPV (Nederlandse Padvinders Vereniging), zijn blij dat daarmede de continuïteit van de warme belangstelling die het Koninklijk Huis door de jaren heen voor de padvinderij heeft getoond, wordt gewaarborgd.

Wij wenden ons tot u met een verzoek.
Zoude het mogelijk zijn reeds tijdens de aanstaande Prinsjesdag uw nieuwe functie publiekelijk te benadrukken, middels het dragen van een padvindersuniform?
Wij veronderstellen dat dit gebaar de populariteit van de Scoutingbeweging in Nederland een enorme lift zal geven.

Mogen wij u een suggestie aan de hand doen?

Onlangs woonde Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Mabel een Koninklijke trouwplechtigheid bij, gekleed in een oude garderobe van Hare Koninklijke Hoogheid Koningin Beatrix (haar verlovingsjurkje!).

Wij achten de veronderstelling gewettigd, dat veel kleding die door de leden van het Koninklijk Huis in het openbaar is gedragen, gedurende lange tijd in de Koninklijke kledingkasten blijft geconserveerd.

Naar onze mening is het zeer de moeite waard te onderzoeken of Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Irene het uniform heeft bewaard dat zij in 1949 droeg, toen bijgaande prentbriefkaartfoto werd gemaakt.

Wij, oud-padvinders van de mannelijke kunne, zouden het zeer op prijs stellen als u dit uniform aanstaande dinsdag tijdens de nationale plechtigheden zoudt willen dragen.

Wij zijn ervan overtuigd dat u daarmede niet alleen Scouting Nederland, maar ook de miljoenen senior-padvinders van ons land een grote dienst zult bewijzen.

Wij danken u voor de te nemen moeite.

Met padvindersgroeten,
Oûbaas J. Th. Zorgwijk,
Hoofdcommissaris van de oud-voortrekkers der ex-NPV





zondag 3 april 2005 11:36  verstuur

Tuinman

Beeldvergroting: Het insigne Tuinman heet tegenwoordig insigne Groene Vingers
Het insigne Tuinman heet tegenwoordig insigne Groene Vingers

Ik kijk uit het raam van mijn kamertje, tweehoog achter, in ons achtertuintje, dat bestaat uit een tegelplatje, een grasveldje omzoomd door borders, die zijn gevuld met afrikaantjes en viooltjes en laat ik het voor het gemak noemen 'vele andere planten'.
En ik kijk van boven neer op het grijze hoofd van mijn vader en het groene petje van een mij onbekende jongen.
De jongen is, net als ik, tien jaar en welp bij de padvinderij, maar behoort tot een andere horde - hij is lid van de Mohicanen, ik van de Rimboejagers.

Mijn vader wijst de jongen een plant aan.
De jongen hurkt bij de plant neer, betast een blad, scheurt een stukje af, ruikt eraan en zegt iets tegen mijn vader. Die knikt enthousiast en geeft de jongen een bemoedigend klopje op zijn schouder.
En ik weet nu nog dat ik het tafereel gadesla met een mengsel van jaloezie en schaamte. Daarom heb ik het onthouden.

Ik ben jaloers, omdat die jongen kennelijk veel van planten weet en geprezen wordt door mijn vader en ik schaam me, omdat ik geen enkele plantennaam ken (behalve afrikaantjes en violen), terwijl mijn vader zo graag had gewild, dat ik net als die vreemde jongen was.
Weer wijst mijn vader vragend op een plant en na het antwoord van de jongen schudt het hoofd van mijn vader opgetogen van ja.

Ik wacht tot de jongen is vertrokken, voordat ik naar beneden ga.
'Wat een leuke jongen was dat,' zegt mijn vader, nog nagenietend, 'en wat wist dìe veel van planten en bloemen af!'
En ik denk: 'Een welp van de Mohicanen, die opscheppers? Dat kan geen leuke jongen zijn.'

Wat deed die vreemde welp in onze tuin?
Hij legde een proeve van bekwaamheid af. Hij wilde graag het vaardigheidsinsigne Tuinman halen, een onderscheidingsteken voor op de rechtermouw van zijn uniform en mijn vader nam hem, in zijn functie van Beoordelaar Insigne Tuinman voor het District Den Haag, een examen af.

Ik had ook insignes behaald: ik was Brandweerman, Toneelspeler en Muzikant. Maar geen Tuinman. En hoe makkelijk was het mij gemaakt: ik had examen kunnen doen in ons eigen achtertuintje.

Niets van mijn vaders grote kennis van de natuur heb ik overgenomen. Hij moet dat toen verdrietig hebben gevonden, ik heb nu spijt van mijn desinteresse. Maar ik heb het idee dat het niet meer goed is te maken - ook al zou ik één tuinboek per dag lezen, ik haal mijn achterstand nooit meer in.
En om nu een Beoordelaar te gaan zoeken, zodat ik alsnog het insigne kan dragen, gaat me iets te ver.





zondag 15 augustus 2004 18:35  verstuur

De nieuwe bal
autobieografisch onderzoek

Beeldvergroting: (Kan groot geklikt)
(Kan groot geklikt)

In een aanval van duurdoenerij noem ik het wel eens: historisch-sentimentele fotodeductie.
Op een jeugdfoto staren en zoveel mogelijk details invullen, met behulp van de feiten en het geheugen.

Deze albumfoto heeft geen onderschrift met jaartal meegekregen.

Dit is het resultaat van mijn onderzoek.
Mijn vriend Henk (rechts) en ik zijn bezig een zandconstructie te bouwen, die de bal aan het rollen moet brengen.
We graven en verstevigen het bouwwerk met duidelijk enthousiasme. Nog even en de bal kan het komende uur vele malen op de top van de berg worden geplaatst en naar beneden geduwd.

Het is een gave, nieuwe, lederen voetbal en ik denk te weten dat Henk die op zijn verjaardag heeft gekregen van een familielid. Niet zonder bijbedoeling. Het is te hopen - denkt het familielid - dat Henk door te gaan voetballen, uit de padvinderij stapt, die als 'te militaristisch' wordt beschouwd.

Als dit klopt, is de foto door mijn vader met zijn Kodakboxje gemaakt in juni/juli. (Henk is in juni jarig.)
Ik schat dat Henk elf jaar is geworden. Ik ben tien. Het is dus 1949. We bevinden ons op het hoogtepunt van onze welpencarrière. Ik draag een originele padvindersriem.
Is mijn zusje, daar op de achtergrond, dat door mijn moeder wordt beschermd tegen het door ons opstuivende zand, dus drie jaar? Zou kunnen kloppen.

Aan de schaduwen te zien, is het laat op de middag, de zon is al aan het neergaan. Het is niet zo warm - Henk en ik hebben onze hemden aangehouden, mijn moeder is niet in badpak.
Er staan geen tassen uitgestald met leeftocht voor een lange stranddag.
Het was die dag winderig en bewolkt, in de loop van de middag kwam de zon door en er is gezegd: 'Laten we nog even naar het strand fietsen'. (We woonden er vlakbij.)

De foto laat ook zien dat de bijbedoeling van Henks familielid geen effect sorteerde. Henk zou nog een paar jaar lid blijven van de beweging.
We doen nou juist niet wat je met zo'n bal zou moeten doen: voetballen.





zondag 18 juli 2004 15:31  verstuur

Frustratie 2004


'Als je zegt dat je op padvinderij hebt gezeten, vragen ze meteen hoe het was als de hopman in je broek zat te friemelen. En als je zegt dat je van 'dat soort dingen' nooit iets hebt gemerkt, gelooft niemand je.'





maandag 22 maart 2004 08:43  verstuur

Movavedo

Beeldvergroting: Movavedo in Lunteren, 1951 (klik tot groot)
Movavedo in Lunteren, 1951 (klik tot groot)

In alle media te zien: scouts leggen bloemen op de trappen van paleis Soestdijk.
Waarom betrokken padvindsters dit weekeinde de 'erewacht'?

Omdat prinses Juliana, ten tijde van haar koninginneschap, hun Movavedo was: Moeder Van Vele Dochters.
En daarom mag de zeldzame opname van Juliana in uniform niet ontbreken.

We zien Movavedo temidden van de leidsters van het NPG, het Nederlandse Padvindsters Gilde, op een Jubeldag in 1951, ter ere van het 35-jarig bestaan.
Het feest werd gevierd op de Goudsberg in Lunteren, het terrein waarop enkele jaren eerder Mussert en zijn NSB hun hagespraken organiseerden.

(Die laatste zin is zeer suggestief, maar er mag geen enkel verband met 'fout gedrag' worden gelegd. De NPG-dag werd juist daar gehouden om de herinnering aan de NSB-dagen uit te wissen. Neem ik aan.)





woensdag 29 oktober 2003 13:28  verstuur

De terugkeer van de stok

Beeldvergroting: (Kop van artikel in De Telegraaf)\n
(Kop van artikel in De Telegraaf)
Beeldvergroting: (Fragment artikel)
(Fragment artikel)
Beeldvergroting: (Uit: 'Het verkennen voor jongens', een handboek voor de opleiding van jongens tot goede burgers)
(Uit: 'Het verkennen voor jongens', een handboek voor de opleiding van jongens tot goede burgers)
Beeldvergroting: (Tekeningen: Lord Baden Powell)\n
(Tekeningen: Lord Baden Powell)

Op de redactie hier raakten ze niet uitgelachen.
Minister Donner keurt het goed, dat de burger die belaagd wordt door een snoodaard met een mes, van zich af mag slaan met een stok.

'Ha, ha, mijn oma loopt met een stok, maar die komt nooit meer op straat.'
'Ha ha! Nee, de tip is alleen voor dirigenten bedoeld, die hebben altijd een stok bij zich.'

Het geschater was niet van de lucht.

Ik hield wijselijk mijn mond. Maar in mijn hart heerste vreugde.
Ik begreep waar de minister op doelde.
Ik wist nu ook zeker dat Piet Hein lid is geweest van onze broederschap.

Ook hij heeft als verkenner jarenlang met een stok gelopen.
Ook hij kent deze passage van 'Het verkennen voor jongens' van onze leider Lord Baden Powell uit zijn hoofd:

'Geen Verkenner is volledig in uniform als hij geen stok bij zich heeft. De stok behoort bij zijn uitrusting en moet zo lang zijn, dat hij ongeveer tot je neus komt.
Je kunt je stok voor allerlei dingen gebruiken, zoals voor een noodbrancard, het afzetten van een terrein, het uitslaan van heidebrand, het afhouden van een nijdige hond enz.'

Oud-scout minister Donner heeft aan alle ex-stokdragers het sein gegeven: de stok kan weer aan de schouder, broeders en zusters van de beweging. De nijdige hond is veranderd in een apache met een getrokken mes.

Dat de oefeningen met de stok ons moesten voorbereiden op exercities met het geweer, zei vroeger niemand hardop, maar was zonneklaar.
Dat weet minister Donner en zo bedoelt hij zijn tip ook.

Als de scoutbeweging-van-nu weer terugkeert naar het oude uniform met de stok, mogen ze hun subsidie behouden.





dinsdag 9 september 2003 16:44  verstuur

Pedant kereltje
een autobieografische fotostudie

Beeldvergroting: Ouderdag in het welpenkamp (opklikbaar)
Ouderdag in het welpenkamp (opklikbaar)

Ouderdag in het welpenkamp.
Op de zondag van de kampweek mochten de ouders op bezoek. Ze bezichtigden de tenten en de keukens, de welpen bakten pannenkoeken en de dag werd besloten met een kampvuur.

Links, op de rand van de foto, laat een welp de tent aan zijn ouders zien. (Een ordeloos zootje is het op de bedden - valt me tegen.)

Ik zit links op een bed en vind de aandacht van die ouders voor de tent maar niks.
Waarom kijken ze niet naar mij? Ik vind mijzelf het bekijken meer dan waard.

Hier zit namelijk niet zomaar iemand. U ziet hier een elfjarige jongen die met kop en schouders boven de horde uitsteekt. Een jongeman, die een leidinggevende positie bekleedt!

Na langdurig staren op de foto, weet ik zeker dat ik het bij het juiste eind heb.
Niet lang hiervoor ben ik benoemd tot Gids van het Witte Nest. Als teken van mijn waardigheid draag ik twee gele banden om mijn linkerarm. (Een gids leidt een nest, dat bestaat uit zes jongens.)

En als ik nu naspeel hoe ik erbij zit - de linkerhand op de knie - constateer ik, dat ik op de foto mijn elleboog iets naar boven buig, waardoor de gele strepen beter zichtbaar worden.

Ik ben apetrots op die strepen. Mijn gezicht straalt een zekere arrogantie uit. Ik voel me hoog verheven boven de welp zonder strepen op het andere bed.

Een van de belangrijkste regels van Lord Baden Powell's jeugdbeweging luidde: geef de jongens leiding over leeftijdgenoten.
Uit het Welpenhandboek:
'De leider van het Nest wordt Gids genoemd en zijn orders moeten altijd gehoorzaamd worden.'

Ik belichaam in het klein de Arrogantie van de Macht.
Wat een pedant kereltje!





maandag 21 oktober 2002 16:26  verstuur

Oorlogsbuit

Beeldvergroting: Zomer 1945
Zomer 1945

Een foto vanochtend in Trouw - een voorpublicatie uit 'Het 40-45 boek', dat vandaag verschijnt. Uit de fotocollectie van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.

Onderschrift: Zomer 1945 bekijkt een stel jongens hun buit aan gevonden munitie. Ze lijken zich niet bewust van het gevaar.

Ik krijg een schok. Ik heb de foto nooit eerder gezien. Ben ik dat, die middelste van de drie? Nee, deze jongen is ouder, ik was toen zes.
Maar ik had wèl een munitieverzameling!
Tientallen hulzen met een putje in de bodem - het teken dat ze waren afgeschoten - losse scherpe patronen, mooi glimmende kogels, een handgranaat zonder ontstekingsring, een gedemonteerde landmijn, grillige granaatscherven en een grote kanonshuls, precies zo een als iemand in de linker bovenhoek van de foto vasthoudt.

Rond ons huis lag de munitie voor het oprapen.
We woonden vlakbij de startplaatsen van de V2-raketten, die in de wijde omgeving werden beveiligd met afweergeschut, dat tegen de bombarderende Engelse vliegtuigen was gericht. Vader, moeder en ik scholen gedurende maanden iedere avond in de kelder onder de trap.

Zijn er jongeren onder de lezers, die nu uitroepen:'Ophouden! Opa vertelt. Niet nog een keer over de oorlog!' ' Het zij zo. Het is mìjn verhaal, ja?

We vonden ook lange, dunne staven kruit, die we stijf in een krant wikkelden en op een van stenen gebouwd startplaatsje legden. Als je zo'n raket aan het achtereinde aanstak, maakte hij, met veel rookontwikkeling, een sprongetje van een paar meter.

Ik bewaarde alle relikwieën in een kastje boven mijn opklapbed. Ik mocht het niet op slot doen. Mijn vader kwam regelmatig boven ter inspectie. Hij onderzocht de hulzen op putjes en woog de granaten in zijn hand om zeker te weten dat ze geen springstof meer bevatten. Een vriendje aan de overkant had een op scherp staande landmijn achter ons huis in een vuurtje gegooid. Door hard weg te lopen werd hij niet gewond, maar alle ruiten in ons huis en dat van de buren lagen er weer eens uit.

Vinden jullie het gek dat mijn ouders me, toen ik acht geworden was, op padvinderij deden? Ik moest zo snel mogelijk een oppassende burger worden.





woensdag 4 september 2002 16:10  verstuur

Plagiaat of vergeetachtigheid?

Beeldvergroting: De Groet
De Groet

In de Volkskrant een artikel over het Rotterdamse proefproject Stadsetiquette.
'Buurtbewoners werden aangemoedigd hun eigen omgangsregels te ontwikkelen' en daar ook naar te handelen.
Leider van het project is psycholoog René Diekstra.

Bij het lezen van de resultaten - Rotterdammers gaan elkaar vriendelijk groeten, zij zetten de vuilnis op tijd buiten en zij wijzen elkaar beleefd en rustig op fouten - rees bij mij gaandeweg de vraag:
WAAR HEB IK DIT EERDER GELEZEN?

Pas toen ik begreep dat René Diekstra als adviseur preventief jeugdbeleid eerst een gedragscode voor jongeren had helpen opstellen, waarna hij er volwassenen in ging betrekken, wist ik het:

in het WELPENBOEKJE, geschreven door Lord Baden Powell, de grondlegger van de padvinderij, zijn precies dezelfde regels opgesteld!

Ik weet dit maar al te goed, omdat ik als achtjarige veel van die regels kreeg ingeprent.
De overeenkomsten zijn treffend. In de passage over het belang van het elkaar vriendelijk groeten hoeft het woord welpen maar te worden vervangen door Rotterdammers en de gelijkenis is saillant.

En wat te denken van het volgende fragment uit het honderdjaar oude welpenhandboek:
'Als de Verkenners en Welpen groter worden, zullen we hopen dat er geen mensen meer zijn, die papieren zakken, oude kranten, bananenschillen en cigaretteneindjes zo maar wegwerpen. Ze zullen de moeite nemen om al die rommel in de daarvoor bestemde bakken te gooien.'

Heeft René Diekstra uit oude padvinderijgeschriften geciteerd, zonder zijn bronnen te noemen?





donderdag 28 maart 2002 18:45  verstuur

Autobieografisch

Beeldvergroting: Vandaag in het Algemeen Dagblad
Vandaag in het Algemeen Dagblad
Beeldvergroting: Diligentia, Den Haag, 24-4-1954 (klikken tot beeldvullend)
Diligentia, Den Haag, 24-4-1954 (klikken tot beeldvullend)
Beeldvergroting: De Rimboejager (klikken tot leesbaar)
De Rimboejager (klikken tot leesbaar)


Vandaag werd in het Algemeen Dagblad uw hoofdredacteur onder één noemer gebracht met John F. Kennedy, Jim Morrison, Prinses Juliana, Menno Bentveld en Mieke Telkamp!

Wat brengt ons samen?
Wij allen zijn lid geweest van de wereldwijde padvindersbeweging.

Apetrots en gek van ijdelheid grijp ik de gelegenheid aan om weer 's iets over mijzelf te schrijven.

Hebben de genoemde padvinders hun glanzende carrières te danken aan hun gedegen opleiding tot scout'

In mijn geval zeker en ik kan het bewijzen.

Op de foto ziet u uw hoofdredacteur (opgeschoren hoofdje!) op veertienjarige leeftijd als pianist/leider van het orkest The Woodpeckers op het toneel van Diligentia in Den Haag.
Wij brachten de padvindersrevue 'Ziet u ze vliegen?', een show met de luchtvaart als thema - zie de KLM-vlag! - en het nummer dat we hier spelen is getiteld: 'Lieve kleine stewardess'.
Let ook op de door Rudi Deurloo bespeelde theekistbas - de mijne, ik kreeg hem het jaar ervoor van Sinterklaas.

In het gestencilde groepsblad de Rimboejager, debuteerde uw hoofdredacteur op tienjarige leeftijd, met een verslag van een 2-sterrenjacht in Utrecht. 'Die middag marcheerden wij langs de machtige Dom...'

Van deze padvindersactiviteiten naar het huidige hoofdredacteurschap van Bieslog loopt een lange, kaarsrechte lijn.